31. wijst nogmaals op het belang v
an deelname van het maatschappelijk middenveld aan de werkzaamheden van de UNHRC en dringt er bij de EU-lidstaten op aan doeltreffende methoden en instrumenten in te voeren die de organisaties van
het maatschappelijk middenveld in staat stellen deel te
nemen aan de UNHRC en gebruik te maken van de voorrechten die zij op grond van hun
raadgevende status hebben om schrif ...[+++]telijke mededelingen te doen en mondeling verklaringen af te leggen;
31. bekräftigt, wie wichtig die Beteiligung der Zivilgesellschaft an der Arbeit des UNHRC ist, und fordert die EU-Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, effiziente Wege und Instrumente zu schaffen, die es der Zivilgesellschaft ermöglichen, sich in den UNHRC einzubringen, und die Vorrechte wahrzunehmen, die ihr beratender Status mit sich bringt, um schriftliche Mitteilungen vorzulegen und mündliche Erklärungen abzugeben;