1. Afhankelijk van leden 1 en 2 van dit artikel mogen de bevoegde autoriteiten aan moederkredietinstellingen op ad-hocbasis toestaan om bij de berekening van hun vereisten in het kader van artikel 68, lid 1, dochterondernemingen in aanmerking te nemen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 69, lid 1, onder c) en d), en die aanzienlijke vorderingen hebben op of aanzienlijke verplichtingen hebben jegens deze moederkredietinstelling.
Die zuständigen Behörden können vorbehaltlich der Absätze 2 bis 4 Mutterkreditinstituten auf Einzelfallbasis gestatten, in ihre Berechnung nach Artikel 68 Absatz 1 Tochterunternehmen einzubeziehen, wenn die in Artikel 69 Absatz 1 Buchstaben c und d genannten Bedingungen erfüllt sind und die wesentlichen Forderungen oder Verbindlichkeiten des Tochterunternehmens gegenüber diesem Mutterkreditinstitut bestehen.