Velen van ons hebben immers de indruk dat er sprake is van een soort imperialisme van het Gemeenschapsrecht, dat alles wil reguleren wat maar gereguleerd kan worden. Het paradoxale is echter, dat wanneer afzonderlijke ontwerpbesluiten bij de bevoegde vakcommissies terechtkomen, zoals de Commissie vervoer en toerisme, dezelfde Parlementsleden steevast in een regelgevingswoede vervallen en voorschrift op voorschrift stapelen waarvoor nauwelijks een rationele rechtvaardiging bestaat.
Es ermangelt deshalb nicht an einer gewissen Ironie, dass jedes Mal, wenn den entsprechenden Ausschüssen, zum Beispiel dem Ausschuss für Verkehr und Fremdenverkehr, konkrete Entwürfe vorgelegt werden, dieselben Mitglieder wieder in die bekannte Regulierungswut verfallen und für eine Erhöhung der Anzahl der Verordnungen eintreten, wofür es keine rationalen Gründe gibt.