G. overwegende dat het Parlement de immuniteit van Viktor Uspaskich op 7 september 2010 heeft opgeheven omdat geen overtuigend bewijs is aangedragen dat op fumus persecutionis (tendentieuze vervolging) zou kunnen duiden en dat de strafbare feiten waarvan de heer Uspaskich beschuldigd wordt niets te maken hebben met zijn werkzaamheden als lid van het Europees Parlement;
G. in der Erwägung, dass das Parlament am 7. September 2010 die Immunität von Viktor Uspaskich aufhob, da keine überzeugenden Beweise für das Vorliegen eines „fumus persecutionis “ vorlagen und dass die Straftaten, deren Viktor Uspaskich beschuldigt wird, nichts mit seiner Tätigkeit als Mitglied des Europäischen Parlaments zu tun hatten,