Sinds de inwerkingtreding van de twee voormelde wetten moet de vordering van het kind op zijn vroegst worden ingesteld op de dag waarop het de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt en uiterlijk op de dag waarop het de leeftijd van tweeëntwintig jaar heeft bereikt of binnen een jaar na het ontdekken van het feit dat de echtgenoot niet zijn vader is (artikel 318, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek).
Seit dem Inkrafttreten der beiden vorerwähnten Gesetze muss die Klage des Kindes frühestens an dem Tag, wo es das zwölfte Lebensjahr vollendet hat, und spätestens an dem Tag, wo es das zweiundzwanzigste Lebensjahr vollendet hat, oder binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass der Ehemann nicht sein Vater ist, eingereicht werden (Artikel 318 § 2 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches).