De Ministerraad is van oordeel dat de verzoekende
partij geen belang heeft bij het door haar ingestelde beroep tot vernietiging omdat, enerzijds, het anciënniteitsverlies niet voortvloeit uit het bestreden artikel 33, maar uit het Bulletin van het Personeel van het Ministerie van Landsverdediging van 30 april 2002, en omdat, anderzijds, indien zou worden aangenomen dat het a
nciënniteitsverlies toch voortvloeit uit artikel 33, de terugwerkende kracht aan artikel 33 wordt verleend door artikel 51 van de
voormelde wet, dat ...[+++]echter niet wordt bestreden.
Der Ministerrat ist der Auffassung, dass die klagende Partei kein Interesse an der von ihr eingereichten Nichtigkeitsklage habe, weil einerseits der Verlust an Dienstalter sich nicht aus dem angefochtenen Artikel 33, sondern aus dem Personalblatt des Verteidigungsministeriums vom 30. April 2002 ergebe, und weil andererseits, falls man davon ausgehen sollte, dass der Verlust an Dienstalter sich dennoch aus Artikel 33 ergeben würde, die Rückwirkung von Artikel 33 durch Artikel 51 des vorerwähnten Gesetzes verliehen werde, der jedoch nicht angefochten werde.