Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.
Het aan de wetgever
Schendt
Staat

Vertaling van "heeft gezegd heeft charles clarke " (Nederlands → Duits) :

« Schendt artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de burgerlijke partij, die niet het initiatief tot vervolging heeft genomen en die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, niet tot de rechtsplegingsvergoeding kan worden veroordeeld indien zij in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld, aangezien het Grondwettelijk Hof bij het arrest nr. 113/2016 van 22 september 2016 voor recht heeft gezegd dat artik ...[+++]

« Verstößt Artikel 162bis Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern die Zivilpartei, die nicht die Initiative zur Verfolgung ergriffen hat und gegen ein Urteil, mit dem ihre Klage für unzulässig erklärt wurde, nachdem der Angeklagte auf die Strafverfolgung hin verurteilt worden war, Berufung einlegt, nicht zur Zahlung der Verfahrensentschädigung verurteilt werden kann, wenn sie in der Berufungsinstanz unterliegt, wobei der Verfassungsgerichtshof in seinem Entscheid Nr. 113/2016 vom 22. ...[+++]


Met de in artikel 19bis-11, § 1, 7°, vervatte regel heeft de wetgever meer bepaald willen tegemoetkomen aan het arrest nr. 96/2000 van 20 september 2000, waarin het Hof voor recht heeft gezegd dat artikel 80, § 1, van de voormelde wet van 9 juli 1975 niet bestaanbaar was met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de vergoeding van de lichamelijke letsels van een gewonde persoon uitsloot van het optreden van het Gemeenschappelijk Waarborgfonds wanneer het voertuig niet geïdentificeerd is.

Mit der in Artikel 19bis-11 § 1 Nr. 7 enthaltenen Regel wollte der Gesetzgeber insbesondere dem Entscheid Nr. 96/2000 vom 20. September 2000 Folge leisten, in dem der Gerichtshof für Recht erkannt hat, dass Artikel 80 § 1 des vorerwähnten Gesetzes vom 9. Juli 1975 nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar war, insofern er die Entschädigung für die Körperverletzung einer verletzten Person von der Beteiligung des Gemeinsamen Garantiefonds bei Nichtidentifizierung des Fahrzeugs ausschloss.


G. tegen de nv « Axa Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 19bis-11 § 2 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, ingevoegd bij artikel 7 van de wet van 22 augustus 2002 - op die manier geïnterpreteerd dat de gelijkmatige (" in gelijke mate " ) verdeling van de schadelast onder de verzekeraars tegens ...[+++]

G. gegen die « Axa Belgium » AG, dessen Ausfertigung am 21. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Westflandern, Abteilung Ypern, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 19bis-11 § 2 des Gesetzes vom 21. November 1989 über die Haftpflichtversicherung in Bezug auf Kraftfahrzeuge, eingefügt durch Artikel 7 des Gesetzes vom 22. August 2002 - dahin ausgelegt, dass die zu gleichen Teilen erfolgte Aufteilung der Entschädigung zwischen den Versicherern den Fahrern oder Eigentümern eines Fahrzeugs gegenüber wirksam ist, die Geschädigte eines Unfalls sind, bei dem es nicht möglich ist festzus ...[+++]


Met de in artikel 19bis-11, § 1, 7°, vervatte regel heeft de wetgever meer bepaald willen tegemoetkomen aan het arrest nr. 96/2000 van 20 september 2000, waarin het Hof voor recht heeft gezegd dat artikel 80, § 1, van de voormelde wet van 9 juli 1975 niet bestaanbaar was met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de vergoeding van de lichamelijke letsels van een gewonde persoon uitsloot van het optreden van het Gemeenschappelijk Waarborgfonds wanneer het voertuig niet geïdentificeerd is.

Mit der in Artikel 19bis-11 § 1 Nr. 7 enthaltenen Regel wollte der Gesetzgeber insbesondere dem Entscheid Nr. 96/2000 vom 20. September 2000 Folge leisten, in dem der Gerichtshof für Recht erkannt hat, dass Artikel 80 § 1 des vorerwähnten Gesetzes vom 9. Juli 1975 nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar war, insofern er die Entschädigung für die Körperverletzung einer verletzten Person von der Beteiligung des Gemeinsamen Garantiefonds bei Nichtidentifizierung des Fahrzeugs ausschloss.


Bij zijn arrest nr. 139/2014 van 25 september 2014 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die het kind heeft erkend, dient te worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is.

In seinem Entscheid Nr. 139/2014 vom 25. September 2014 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstößt, insofern er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der das Kind anerkannt hat, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er nicht der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.


Bij het voormelde arrest nr. 77/2016 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schond in zoverre daarin aan het kind ouder dan 22 jaar een termijn wordt opgelegd van één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat de persoon die het heeft erkend niet zijn vader is om een vordering tot betwisting van de vaderlijke erkenning in te stellen.

In seinem vorerwähnten Entscheid Nr. 77/2016 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstößt, insofern darin dem Kind, das das 22.


Bij zijn arrest nr. 139/2014 van 25 september 2014 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die het kind heeft erkend, dient te worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is.

In seinem Entscheid Nr. 139/2014 vom 25. September 2014 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstößt, insofern er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der das Kind anerkannt hat, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er nicht der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.


Sommige rechtscolleges hebben, nadat zij met de rechtspraak van het Hof van Cassatie werden geconfronteerd, prejudiciële vragen gesteld aan het Grondwettelijk Hof, dat in zijn arrest nr. 57/2006 van 19 april 2006 voor recht heeft gezegd dat « de ontstentenis van wettelijke bepalingen die toelaten het honorarium en de kosten van een advocaat ten laste te leggen van de eisende partij of van de burgerlijke partij, die in het ongelijk worden gesteld bij een burgerlijke aansprakelijkheidsvordering, [.] de artikelen 10 ...[+++]

Einige Rechtsprechungsorgane haben, nachdem sie mit der Rechtsprechung des Kassationshofes konfrontiert wurden, dem Verfassungsgerichtshof präjudizielle Fragen gestellt, der in seinem Urteil Nr. 57/2006 vom 19. April 2006 für Recht erkannt hat, dass « das Nichtvorhandensein von Gesetzesbestimmungen, die es ermöglichen, das Honorar und die Kosten eines Rechtsanwalts der bei einer zivilrechtlichen Haftungsklage unterliegenden klagenden Partei oder Zivilpartei zur Last zu legen, [.] gegen die Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention [verstösst] », wobei er präzisiert hat, dass « ...[+++]


Sommige rechtscolleges hebben, nadat zij met de rechtspraak van het Hof van Cassatie werden geconfronteerd, prejudiciële vragen gesteld aan het Grondwettelijk Hof, dat in zijn arrest nr. 57/2006 van 19 april 2006 voor recht heeft gezegd dat « de ontstentenis van wettelijke bepalingen die toelaten het honorarium en de kosten van een advocaat ten laste te leggen van de eisende partij of van de burgerlijke partij, die in het ongelijk worden gesteld bij een burgerlijke aansprakelijkheidsvordering, [.] de artikelen 10 ...[+++]

Einige Rechtsprechungsorgane haben, nachdem sie mit der Rechtsprechung des Kassationshofes konfrontiert wurden, dem Verfassungsgerichtshof präjudizielle Fragen gestellt, der in seinem Urteil Nr. 57/2006 vom 19. April 2006 für Recht erkannt hat, dass « das Nichtvorhandensein von Gesetzesbestimmungen, die es ermöglichen, das Honorar und die Kosten eines Rechtsanwalts der bei einer zivilrechtlichen Haftungsklage unterliegenden klagenden Partei oder Zivilpartei zur Last zu legen, [.] gegen die Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention [verstösst] », wobei er präzisiert hat, dass « ...[+++]


Met de methoden die heel goed hebben gewerkt bij de vorming van de interne markt in het achterhoofd, is dan ook het idee ontstaan dat wederzijdse erkenning ook bij justitiële samenwerking als uitgangspunt zou kunnen worden gehanteerd, wat kort gezegd inhoudt dat als in een van de lidstaten een bepaalde maatregel wordt genomen, zoals een beslissing van een rechter in functie, deze maatregel, voor zover die grensoverschrijdende gevolgen heeft, automatisch in all ...[+++]

Daher ent stand in Anlehnung an Konzepte, die bei der Schaffung des Binnenmarkts sehr gut funktio niert ha ben, der Gedanke, den Grundsatz der gegenseitigen Anerkennung auch auf die justiti elle Zu sammen arbeit anzuwenden. Eine bestimmte Maßnahme wie eine Entscheidung, die ein Richter in Ausübung seiner Amtstätigkeit in einem Mitgliedstaat trifft, würde somit - in soweit sie extranationale Konsequenzen hat - automatisch in allen anderen Mitgliedstaaten anerkannt werden und dort dieselben oder zumindest ähnliche Wirkungen ha ben. Die Kom mission ist sich bewußt, daß dies zwar simpel erscheint, in Detailfragen aber sehr schwer zu lösen is ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'heeft gezegd heeft charles clarke' ->

Date index: 2021-06-18
w