Met haar derde middel stelt
rekwirante dat het Gerecht haar recht om te worden gehoord in de zin van de gecombineerde bepalingen van artikel 6, lid 2, EU, artikel 6 van het E
uropees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden e
n artikel 41, lid 2 eerste streepje, van het op 7 december 2000 te Nice uitgevaardi
gde Handvest van de grondrechten ...[+++] van de Europese Unie (PB C 364, blz. 1) heeft geschonden.