Wat heeft een groeiende interne markt voor zin, wat heeft een wereldwijd concurrerende Unie voor zin, als dit de realiteit is: een productiefaciliteit maakt vier procent winst op een vestiging en zegt “dit is niet genoeg voor de aandeelhouders; die willen zes procent winst, dus sluiten we dit bedrijf hier”.
Was nützt uns denn ein Binnenmarkt, der wächst, was nützt uns denn eine Union, die weltweit wettbewerbsfähig ist, wenn die Realität wie folgt aussieht: Ein Unternehmen macht an einem Standort mit einer Produktion 4 % Gewinn, und sagt, den Shareholdern reicht das nicht, die wollen 6 % Gewinn, deshalb machen wir das Unternehmen an diesem Standort zu.