8. vestigt de aandacht op de ernstige bezorgdheid die bij de internationale gemeenschap leeft over de rol van Pakistan bij de verspreiding van kernwapens, en op het feit dat de beschuldigingen en het bewijsmateriaal tegen Pakistan zich van dag tot dag verharden; e
rkent dat President Musharraf (en de rest van de wereld) juist heeft gehandeld door aan te dringe
n op een uitgebreid onderzoek, en dat hij het bij het goede eind heeft wa
...[+++]nneer hij beweert dat het Khan-incident zich kon voordoen als gevolg van het heimelijke karakter van het kernwapensprogramma van Pakistan, maar beklemtoont dat President Musharraf ook moeten inzien dat nucleaire proliferatie het gevolg was van het feit dat het nucleaire programma onder controle stond van het leger, dat daarover volstrekt geen verantwoording hoefde af te leggen; 8. verweist auf die gravierenden Bedenken der Gemeinschaft hinsichtlich der Rolle Pakistans bei der Weitergabe von Atomwaffen, wobei die Vorwürfe und Beweise gegen Pakistan sich tagtäglich erhärten; erkennt zwar
an, dass Präsident Muscharraf zu Recht eine eingeh
ende Untersuchung forderte und geltend macht, dass die Khan-Affäre sich wegen der Geheimhaltung des Atomwaffenprogramms Pakistans ereignete, betont, dass Präsident Muscharraf (und der Rest der Welt) auch zugeben sollten, dass die Weitergabe von Atomtechnik passierte, weil das
...[+++]Atomprogramm – ohne jegliche Rechenschaftspflicht - der Kontrolle der Armee unterstand;