8. De bevoegde autoriteit van de lidstaat die de machtiging heeft verleend, mag haar bevoegdheid betreffende de verklaring in vak 16 overdragen aan de controleautoriteit of -instantie die de importeur overeenkomstig de artikelen 8 en 9 van Verordening (EEG) nr. 2092/91 controleert, of aan de autoriteiten die als „bevoegde autoriteiten van de lidstaat” zijn aangewezen.
(8) Die zuständige Behörde des Mitgliedstaats, die die Ermächtigung erteilt hat, kann die Zuständigkeit für die Erklärung in Feld 16 der Kontrollstelle oder -behörde übertragen, die den Einführer gemäß den Artikeln 8 und 9 der Verordnung (EWG) Nr. 2092/91 kontrolliert, bzw. den Behörden übertragen, die als betreffende Behörden der Mitgliedstaaten definiert sind.