Vertaling van "heer el-masri merkt " (Nederlands → Duits) :

11. verzoekt de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) om de verantwoordelijkheid te bepalen en de verantwoordingsplicht te waarborgen voor de ontvoering, klaarblijkelijk ten gevolge van een identificatiefout, van Khaled el-Masri, die geleid heeft tot zijn illegale detentie en naar verluidt foltering; betreurt het feit dat het kantoor van de openbaar aanklager van Skopje geen stappen heeft ondernomen om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen naar aanleiding van de klacht van de heer El-Masri; merkt op dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de zaak van de heer El-Masri behandelt en dat de Grote Kamer een eerste hoorzitting heeft gehouden op 16 mei 2012; is van mening dat het veronderstelde optreden van de regering van FYROM in de zaak van de heer El-Masri niet strookt met de grondbeginselen van de EU op het vlak van de grondrechten en de rechtsstaat en dat de Commissie deze zaak moet onderzoeken in het kader van het toetredingsproces van FYROM tot de EU;
11. fordert die Regierung der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien (EJRM) auf, Verantwortung zu übernehmen und Rechenschaft für die Entführung, der anscheinend ein Irrtum über die Identität von Khaled El-Masri zugrunde liegt und die zur unrechtsmäßigen Inhaftierung und zu mutmaßlichen Foltermaßnahmen seiner Person führten, zu gewährleisten; bedauert die mangelnden Aktivitäten der Staatsanwaltschaft von Skopje hinsichtlich der Durchführung eines strafrechtlichen Ermittlungsverfahrens zu El-Masris Klage; weist darauf hin, dass der Europäische Gerichtshof für Menschenrechte diesen Fall aufgenommen hat und die erste Anhörung der Großen Kammer am 16. Mai 2012 stattfand; ist der Ansicht, dass das mutmaßliche Verhalten der mazedonischen Regierung in diesem Fall nicht im Einklang mit den Gründungsprinzipien der EU zu Grundrechten und Rechtstaatlichkeit steht und von der Kommission im Rahmen des mazedonischen Beitrittsprozesses zur EU gebührend zur Sprache gebracht werden muss;

31. neemt kennis van het arrest van de Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak El-Masri van 13 december 2012, waarin werd geoordeeld dat het Europees Verdrag herhaaldelijk is geschonden bij de ontvoering, buitengewone uitlevering en foltering van de Duitse onderdaan Khaled El-Masri op 31 december 2003 en zijn detentie gedurende 23 dagen in een hotel in Skopje voordat hij via de luchthaven van Skopje naar Afghanistan werd overgebracht; dringt er bij de regering op aan alle aspecten van het arrest van het EHRM onverwijld ten uitvoer te leggen, en onder meer officiële verontschuldigingen aan te bieden aan de heer El-Masri, de door het Hof opgelegde schadevergoeding te betalen en zich ertoe te verplichten een internationale onderzoekscommissie op te zetten;
31. weist auf das Urteil der Großen Kammer des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte (EGMR) vom 13. Dezember 2012 im Fall „El-Masri“ hin, in dem mehrere Verstöße gegen die Europäische Menschenrechtskonvention im Zusammenhang mit der Entführung, außerordentlichen Überstellung und Folterung des deutschen Staatsbürgers Khaled El-Masri am 31. Dezember 2003 festgestellt wurde, der 23 Tage lang in einem Hotel in Skopje in Gewahrsam gehalten wurde, bevor man ihn von dort mit dem Flugzeug nach Afghanistan brachte; fordert die Regierung auf, unverzüglich alle Aspekte des EGMR-Urteils einzuhalten, wozu eine förmliche Entschuldigung an Herrn El-Masri, die Zahlung der vom Gericht angeordneten Entschädigung und die Zusage der Einrichtung eines internationalen Untersuchungsausschusses gehören;

30. neemt kennis van het arrest van de Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak El-Masri van 13 december 2012, waarin werd geoordeeld dat het Europees Verdrag herhaaldelijk is geschonden bij de ontvoering, buitengewone uitlevering en foltering van de Duitse onderdaan Khaled El‑Masri op 31 december 2003 en zijn detentie gedurende 23 dagen in een hotel in Skopje voordat hij via de luchthaven van Skopje naar Afghanistan werd overgebracht; dringt er bij de regering op aan alle aspecten van het arrest van het EHRM onverwijld ten uitvoer te leggen, en onder meer officiële verontschuldigingen aan te bieden aan de heer El‑Masri, de door het Hof opgelegde schadevergoeding te betalen en zich ertoe te verplichten een internationale onderzoekscommissie op te zetten;
30. weist auf das Urteil der Großen Kammer des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte (EGMR) vom 13. Dezember 2012 im Fall „El-Masri” hin, in dem mehrere Verstöße gegen die Europäische Menschenrechtskonvention im Zusammenhang mit der Entführung, außerordentlichen Überstellung und Folterung des deutschen Staatsbürgers Khaled El-Masri am 31. Dezember 2003 festgestellt wurde, der 23 Tage lang in einem Hotel in Skopje in Gewahrsam gehalten wurde, bevor man ihn von dort mit dem Flugzeug nach Afghanistan brachte; fordert die Regierung auf, unverzüglich alle Aspekte des EGMR-Urteils einzuhalten, wozu eine förmliche Entschuldigung an Herrn El-Masri, die Zahlung der vom Gericht angeordneten Entschädigung und die Zusage der Einrichtung eines internationalen Untersuchungsausschusses gehören;

47. verzoekt de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) om de verantwoordelijkheid te bepalen en de verantwoordingsplicht te waarborgen voor de ontvoering, kennelijk ten gevolge van een persoonsverwisseling, van Khaled el-Masri, die geleid heeft tot zijn illegale detentie en naar verluidt foltering; betreurt het feit dat het openbaar ministerie van Skopje geen stappen heeft ondernomen om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen naar aanleiding van de klacht van Khaled el-Masri; merkt op dat de zaak van Khaled el-Masri bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in behandeling is en dat de Grote Kamer op 16 mei 2012 een eerste hoorzitting heeft gehouden; is van mening dat het veronderstelde optreden van de regering van FYROM in de zaak van de Khaled el-Masri niet strookt met de grondbeginselen van de EU op het vlak van de grondrechten en de rechtsstaat en dat de Commissie deze zaak moet onderzoeken in verband met het verzoek van FYROM om lid van de EU te worden;
47. fordert die Regierung der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien (EJRM) auf, Verantwortung und Rechenschaft für die Entführung zu übernehmen, der anscheinend ein Irrtum über die Identität von Khaled El-Masri zugrunde liegt und die zur unrechtsmäßigen Inhaftierung und zu mutmaßlichen Foltermaßnahmen seiner Person führten, zu gewährleisten; bedauert die mangelnden Aktivitäten der Staatsanwaltschaft von Skopje hinsichtlich der Durchführung eines strafrechtlichen Ermittlungsverfahrens zu El-Masris Klage; weist darauf hin, dass der Europäische Gerichtshof für Menschenrechte diesen Fall aufgenommen hat und die erste Anhörung der Großen Kammer am 16. Mai 2012 stattfand; ist der Ansicht, dass das mutmaßliche Verhalten der mazedonischen Regierung in diesem Fall nicht im Einklang mit den Gründungsprinzipien der EU zu Grundrechten und Rechtstaatlichkeit steht und von der Kommission im Rahmen des mazedonischen Beitrittsprozesses zur EU gebührend zur Sprache gebracht werden muss;

De heer Dacian Cioloş, Commissielid voor Landbouw en Plattelands­ontwikkeling, die de heer Janez Potočnik, Commissielid voor Milieu, verving, merkte op dat de Commissie voornemens is de maatregelen op internationaal niveau ter bescherming van olifanten te versterken, en wees op de inspanningen die de EU zich reeds in het kader van het MIKE-programma en de CITES-overeenkomst getroost.
In Vertretung des für Umweltfragen zuständigen Mitglieds der Kom­mission, Janez Potočnik, kündigte das für Landwirtschaft und ländliche Entwicklung zuständige Mitglied der Kommission, Dacian Cioloş, an, dass die Kommission die Schutzmaßnahmen für Ele­fanten auf internationaler Ebene verstärken wolle, und erinnerte an die Bemühungen, die die EU im Rahmen des MIKE-Programms und des CITES-Übereinkommen bereits unternimmt.

Bij het aanvaarden van het voorzitterschap merkte de heer Briesch op dat hij voor een "moeilijke en spannende" opdracht staat.
Bei der Annahme der Präsidentschaft des EWSA beschrieb er die vor ihm liegende Herausforderung als "schwierig und aufregend".

De Commissaris voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling, de heer Franz Fischler, en zijn collega voor het milieu, mevrouw Ritt Bjerregaard, hebben de mededeling samen gepresenteerd. De heer Fischler merkte daarbij op dat de mededeling laat zien welke bijdrage aan een "duurzame landbouw" zou worden geleverd door aanneming van de in het kader van Agenda 2000 gedane voorstellen tot hervorming van het GLB".
Zu dieser Mitteilung, die gemeinsam von Franz Fischler, Kommissar für Landwirtschaft und Entwicklung des ländlichen Raums, und Ritt Bjerregaard, Kommissarin für Umwelt, vorgestellt wurde, merkte Franz Fischler an, sie mache deutlich, daß die Vorschläge zur Agenda 2000 für die Reform der Gemeinsamen Agrarpolitik einen wichtigen Beitrag zur Förderung der nachhaltigen Landwirtschaft leisten.

De Regeringen van de Lid-Staten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd : België de heer Luc CARBONEZ Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Denemarken de heer Niels PULTZ Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Duitsland de heer Jochen GRÜNHAGE Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Griekenland de heer Phoivos IOANNIDIS Staatssecretaris van Toerisme Spanje de heer Carlos BASTARRECHE Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Frankrijk de heer Pierre SELLAL Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Ierland de heer Enda KENNY Minister van Toerisme en Handel Italië de heer Mario D'ADDIO Staatssecretaris van Cultuurgoed en Landschapszorg Luxemburg de heer Fernand BODEN Minister van Toerisme Nederland de heer Lambert HANRATH Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Oostenrijk de heer Johannes DITZ Minister van Economische Zaken Portugal de heer Jaime SERRÃO ANDREZ Staatssecretaris van Handel en Toerisme Finland de heer Jan STORE Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Zweden mevrouw Yvonne GUSTAFSSON Staatssecretaris van Industrie Verenigd Koninkrijk de heer David BOSTOCK Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger u u u Commissie de heer Christos PAPOUTSIS Lid ROL VAN DE UNIE OP HET GEBIED VAN TOERISME De Raad hield een oriënterend debat over het Groenboek van de Commissie betreffende de rol van de Unie op het gebied van Toerisme, en merkte op dat deze kwestie thans wordt besproken, in het kader van de intergouvernementele Conferentie.
Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europäische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Herr Luc CARBONEZ Stellvertreter des Ständigen Vertreters Dänemark Herr Niels PULTZ Stellvertreter des Ständigen Vertreters Deutschland Herr Jochen GRÜNHAGE Stellvertreter des Ständigen Vertreters Griechenland Herr Phoivos IOANNIDIS Staatssekretär im Ministerium für Fremdenverkehr Spanien Herr Carlos BASTARRECHE Stellvertreter des Ständigen Vertreters Frankreich Herr Pierre SELLAL Stellvertreter des Ständigen Vertreters Irland Herr Enda KENNY Minister für Fremdenverkehr und Handel Italien Herr Mario D'ADDIO Staatssekretär im Ministerium für das kulturelle und landschaftliche Erbe Luxemburg Herr Fernand BODEN Minister für Fremdenverkehr Niederlande Herr Lambert HANRATH Stellvertreter des Ständigen Vertreters Österreich Herr Johannes DITZ Bundesminister für Wirtschaft Portugal Herr Jaime SERRÃO ANDREZ Staatssekretär für Handel und Fremdenverkehr Finnland Herr Jan STORE Stellvertreter des Ständigen Vertreters Schweden Frau Yvonne GUSTAFSSON Staatssekretärin im Ministerium für Wirtschaft Vereinigtes Königreich Herr David BOSTOCK Stellvertreter des Ständigen Vertreters u u u Kommission Herr Christos PAPOUTSIS Mitglied ROLLE DER UNION IM BEREICH DES FREMDENVERKEHRS Der Rat hatte eine Orientierungsaussprache über das Grünbuch der Kommission zur Rolle der Union im Bereich des Fremdenverkehrs; er nahm dabei zur Kenntnis, daß dieses Thema zur Zeit von der Regierungskonferenz erörtert wird.

Met dit programma wordt aangetoond dat concurrentie en samenwerking niet onverenigbaar zijn, maar beide noodzakelijk zijn om het concurrentievermogen te verbeteren", merkte de heer Martin Bangemann, Vice-voorzitter van de Commissie, op".
Das Programm zeigt, daß sich Wettbewerb und Zusammenarbeit nicht gegenseitig ausschließen, sondern daß beide zur Verbesserung der Wettbewerbsfähigkeit notwendig sind", bemerkte Vizepräsident Martin Bangemann".