31. herhaalt dat het Parlement zich in zijn resolutie van 4 september 2003 over de gevolgen van de hete zomer gunstig opstelde tegenover de oprichting van een Europese burgerbescherming en verzoekt de Commissie om op deze doelstelling aan te dringen; is van oordeel dat deze Europese burgerbescherming gedurende de hele zomer in staat van alertheid moet zijn, wanneer Europa en met name de mediterrane landen constant met brandgevaar worden geconfronteerd, en waaraan elke lidstaat een bijdrage moet leveren in de vorm van uitrusting, middelen en personeel;
31. weist darauf hin, dass es sich in seiner Entschließung vom 4. September 2003 zu den Auswirkungen der Hitzewelle dieses Sommers für die Schaffung einer Europäischen Zivilschutztruppe ausgesprochen hat und fordert die Kommission auf, dieses Ziel weiter zu verfolgen; ist der Ansicht, dass diese Europäische Truppe während der Sommermonate in Alarmbereitschaft sein sollte, wenn in Europa und insbesondere in den Mittelmeerländern ständig die Gefahr von Bränden besteht; jeder Mitgliedstaat könnte zu dieser Europäischen Truppe durch die Bereitstellung von Ausrüstungen, Mitteln und Personal beitragen;