2° degene die, wanneer hij de werkgever is van een in deze artikelen beoogde persoon, aan laatstgenoemde een opdracht heeft toevertrouwd waarvoor bedoelde persoon niet de kennis bezat die hem in staat stelde zich van genoemde opdracht te kwijten met eerbiediging van de artikelen 3, 13, 156 tot 159, 161 tot 166, 178, 179, 216 tot 222, 317, 320 tot 323, 343, 344, 345, 392 tot 406 of de krachtens deze genomen reglementaire bepalingen, zonder op de daartoe geëigende manier te hebben gekontroleerd dat bedoelde persoon deze kennis bezat;
2° der Arbeitgeber einer in diesen Artikeln gemeinten Person, der dieser einen Auftrag anvertraut hat, obwohl sie nicht die nötigen Kenntnisse besass, um ihn unter Beachtung der Artikel 3, 13, 156 bis 159, 161 bis 166, 178, 179, 216 bis 222, 317, 320 bis 323, 343, 344, 345, 392 bis 406 oder der kraft dieser verabschiedeten vorschriftsmässigen Bestimmungen ausführen zu können und der nicht auf angemessene Weise nachgeprüft hat, ob sie diese Kenntnisse besass;