Volgens de respondenten moet er bij de besteding van het geld voorrang worden gegeven aan het leren van kinderen in het voorschoolse onderwijs (om sociale ongelijkheid in latere stadia tegen te gaan en kinderen een stevige basis te geven om verder te leren), aan leerkrachten, opleiders en overige facilitators op het gebied van het leren (om hen voor te bereiden op hun nieuwe rol - zie punt 3.6), alsmede aan ouderen, m.i.v. oudere werknemers (om hen in staat te stellen om actiever in de maatschappij en op de arbeidsmarkt mee te draaien en een rol te spelen bij het intergenerationele leren).
In den Konsultationen wurde betont, dass bei der Mittelverga be folgende Be reiche bevorzugt werden sollten: Vorschul erziehung (um späteren Un gleichheiten vor zubeugen und ein so li des Fundament für das weitere Lernen zu legen), Lehrer, Aus bilder und an dere Lernför derer (damit sie sich auf ihre neuen Rollen einstellen können; vgl. Abschnitt 3.6), Se nioren, einschließ lich älterer Arbeitnehmer (damit sie ak tiver an der Gesellschaft und am Arbeits markt teilhaben und ihr Potenzial für interge nerationelles Lernen besser nutzen kön nen) [40].