Op basis van deze herberekende productiekosten werd vastgesteld dat de verkoop van het binnenlandse product dat rechtstreeks vergelijkbaar was met de enige door de onderneming uitgevoerde productsoort in geen van de gevallen winstgevend was en dus niet in het kader van normale handelstransacties had plaatsgevonden.
Bei Zugrundelegung dieser neu berechneten Produktionskosten stellte sich heraus, dass die Verkäufe der Inlandsware, die unmittelbar mit dem einzigen von dem Unternehmen ausgeführten Warentyp vergleichbar waren, allesamt nicht gewinnbringend, d. h. außerhalb des normalen Handelsverkehrs getätigt worden waren.
