1. Indien de bevoegde autoriteiten van een Lid-Staat constateren dat een vissersvaartuig uit de Gemeenschap de voorschriften van deze verordening ernstig of herhaaldelijk heeft overtreden, kan de Lid-Staat van de vlag ten aanzien van het betrokken vaartuig extra controlemaatregelen treffen.
Haben die zuständigen Behörden eines Mitgliedstaats festgestellt, daß ein Fischereifahrzeug der Gemeinschaft mit seiner Tätigkeit ernsthaft oder wiederholt gegen diese Verordnung verstossen hat, so kann der Flaggenmitgliedstaat zusätzliche Kontrollmaßnahmen für das Fahrzeug vorsehen.