De spreker herhaalt voorts dat hij een principe van wantrouwen niet wettelijk wil verankeren. Ook is het zijn overtuiging dat een snel optreden van de besturen afhangt van politieke keuzes op regeringsniveau » (Parl. St., Kamer, DOC 53-0813/012, pp. 20-21 en 41-42).
Darüber hinaus wiederholt der Redner seine Absicht, im Gesetz keinen Misstrauensgrundsatz festzulegen, und seine Überzeugung, dass ein schnelles Handeln der Verwaltungsbehörden von politischen Entscheidungen abhängt, die der Exekutive obliegen » (Parl. Dok., Kammer, DOC 53-0813/012, SS. 20-21 und 41-42).