21. stelt andermaal sterk voorstander te zijn van hernieuwbare energiebronnen, dringt bij de lidstaten aan op verdubbeling van hun inspanningen om het nagestreefde aandeel van 12% van het totale energiegebruik en de 22,1% elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen tegen 2010 te verwezenlijken en is verheugd over de vaststelling van de richtlijn inzake elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen;
21. bekräftigt seine nachdrückliche Unterstützung für erneuerbare Energieträger, fordert die Mitgliedstaaten auf, ihre Anstrengungen zu verdoppeln, um bis 2010 die Ziele eines Anteils von 12 % am Gesamtenergieverbrauch und eines Anteils von 22,1 % an der Stromerzeugung zu erreichen, und begrüßt die Annahme der Richtlinie über Stromerzeugung aus erneuerbaren Energieträgern;