De relatieve standaarddeviatie van de herhaalbaarheid, d.w.z. de variatie van onafhankelijke analyseresultaten van dezelfde persoon bij gebruik van hetzelfde apparaat onder dezelfde omstandigheden en met hetzelfde proefmonster binnen een korte tijdsperiode, mag niet groter zijn dan 2 %.
Die relative Standardabweichung der Wiederholbarkeit beschreibt die Variabilität der Ergebnisse, die von dem gleichen Analytiker mit den gleichen Geräten unter den gleichen Bedingungen mit der gleichen Probe in kurzen Zeitabständen unabhängig voneinander erzielt wurden; ein Relativwert von 2 % sollte nicht überschritten werden.