Nadat de getuigen hun verklaring hebben afgelegd, kunnen de president en iedere rechter hun, hetzij op verzoek van partijen hetzij ambtshalve, vragen stellen.
Der Präsident und jeder Richter können auf Antrag der Parteien oder von Amts wegen nach Beendigung der Aussage Fragen an die Zeugen richten.