Het beleid berust op een paar regionale en nationale investeringsprojecten. Veel geld is hier niet mee gemoeid: 3,3 miljard euro van 1995 tot 1999, van Marokko tot de Gazastrook en de westelijke Jordaanoever, ofschoon wij, daarbij de 3,6 miljard aan leningen van de Europese Investeringsbank rekenend, altijd nog uitkomen op een bedrag dat hoger is dan de 4,4 miljard euro van de Wereldbank.
Ihr Umfang ist gering: 3,3 Milliarden Euro von 1995 bis 1999, von Marokko bis Gaza und Westjordanland, auch wenn sich unter Einbeziehung der 3,6 Milliarden EIB-Darlehen eine Finanzhilfe ergibt, die über den 4,4 Milliarden Euro der Weltbank liegt.