144. herinnert eraan dat de strijd tegen de armoede moet geschieden in samenwerking met de armste bevolkingsgroepen, die hierbij het meest betrokken zijn en dus het best in staat om te verwoorden hoe het is om geen toegang tot rechten te hebben en hoe hieraan iets kan worden gedaan; wenst de invoering van een participerende democratie waarbij speciale aandacht wordt besteed aan de participatie van personen die te kampen hebben met armoede, uitsluiting, discriminatie en ongelijkheid;
144. verweist darauf, dass die Bekämpfung von Armut gemeinsam mit den ärmsten Bevölkerungsgruppen zu erfolgen hat, die von diesem Problem am stärksten betroffen sind und die selbst am besten wissen, welche Folgen ein fehlender Zugang zu Rechten hat und wie man dem abhelfen kann; spricht sich für die Schaffung einer partizipativen Demokratie aus, wobei der Teilhabe von Menschen, die von Armut, Ausgrenzung, Diskriminierung und Ungleichheit betroffen sind, besondere Aufmerksamkeit zu schenken ist;