Om de hierboven beschreven redenen kwam de Commissie tot de conclusie dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de gemeenschappelijke markt of op een wezenlijk deel daarvan niet op significante wijze belemmert, met name door een machtspositie in het leven te roepen of te versterken, en geen beperking van de mededinging vormt in de zin van artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening en artikel 81 van het Verdrag.
Aus den dargelegten Gründen ist die Kommission zu dem Schluss gelangt, dass der vorgesehene Zusammenschluss wirksamen Wettbewerb im Gemeinsamen Markt oder einem wesentlichen Teil davon insbesondere als Ergebnis der Schaffung oder Verstärkung einer beherrschenden Stellung nicht spürbar einschränken würde, und dass er den Wettbewerb im Sinne von Artikel 2 Absatz 4 der Fusionskontrollverordnung und Artikel 81 EGV nicht beschränken würde.