5. De in lid 1 bedoelde gegevens mogen niet voor een ander dan het in deze verordening bepaalde doel worden gebruikt, tenzij de autoriteiten die deze gegevens hebben verstrekt, hiervoor uitdrukkelijk toestemming geven, en op voorwaarde dat de bepalingen die van kracht zijn in de Lid-Staat van de ontvangende autoriteit, dit gebruik of deze mededeling niet verbieden.
(5) Die Daten gemäß Absatz 1 dürfen nur dann zu anderen als den in dieser Verordnung vorgesehenen Zwecken verwendet werden, wenn die Behörden, welche die Daten übermitteln, ihre ausdrückliche Zustimmung erteilen, sowie unter der Bedingung, daß die Vorschriften, die im Mitgliedstaat der empfangenden Behörde gelten, eine derartige Verwendung oder Übermittlung nicht verbieten.