De vertegenwoordiger die door zijn werkgever werd ontslagen, wordt geacht een bijzonder nadeel te ondervinden, dat hierin bestaat dat voortaan aan zijn werkterrein de cliëntele wordt onttrokken waarop hij persoonlijk invloed had verworven en waarop hij bijgevolg rechtmatig kon rekenen voor zijn verdere activiteit » (Parl. St., Senaat, 1958-1959, nr. 313, p. 7).
Es wird davon ausgegangen, dass ein Vertreter, der durch seinen Arbeitgeber entlassen wurde, einen besonderen Nachteil erleidet, der darin besteht, dass fortan seinem Arbeitsbereich die Kundschaft entzogen wird, auf die er persönlich Einfluss genommen hatte und auf die er sich folglich rechtmäßig verlassen konnte für seine weitere Tätigkeit » (Parl. Dok., Senat, 1958-1959, Nr. 313, S. 7).