5. Degene die overeenkomstig dit artikel naar de verzoekende staat is overgebracht, krijgt het in artikel 23, lid 1, bedoelde vrijgeleide in de verzoekende staat totdat hij naar de aangezochte staat terugkeert, tenzij hij ermee instemt te getuigen of hulp te verlenen bij een onderzoek, een strafvervolging of een andere, met name gerechtelijke procedure, welke niet in het verzoek is aangeduid, en de verzoekende en de aangezochte staat het daarmee eens.
(5) Die nach diesem Artikel in den ersuchenden Staat überstellte Person hat im ersuchenden Staat Anspruch auf sicheres Geleit nach Artikel 23 Absatz 1, bis sie in den ersuchten Staat zurückkehrt, es sei denn, die Person willigt ein, im Rahmen von Ermittlungen, einer Strafverfolgung oder eines anderen als dem im Ersuchen angegebenen Verfahren als Zeuge auszusagen oder an dem Verfahren mitzuwirken, und der ersuchende Staat und der ersuchte Staat stimmen dem zu.