« Net als in o.c.m.w.-zaken betreft het hier een arrestbevoegdheid in volle rechtsmacht, d.w.z. dat de Raad van State het geschil in zijn geheel aan een nieuw onderzoek onderwerpt en hij als beroepsrechter in laatste aanleg uitspraak doet over de grond van het geschil waarbij hij de bevoegdheid heeft tot hervorming van de in eerste aanleg getroffen beslissing » (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1125/001, p. 9).
« Ebenso wie in ÖSHZ-Angelegenheiten handelt es sich hier um eine Urteilsbefugnis mit unbeschränkter Rechtsprechung, d.h. der Staatsrat nimmt eine neue Prüfung der gesamten Streitsache vor und urteilt als Berufungsgericht in letzter Instanz in der Sache selbst, wobei er befugt ist, die in erster Instanz getroffene Entscheidung zu reformieren » (Parl. Dok., Kammer, 2000-2001, DOC 50-1125/001, S. 9).