De heer Pittelli beweert dat uitlatingen op bladzijden 27, 58-60, 88-90 en 113-114 van het boek uitermate beledigend zijn voor hem, aangezien hij wordt voorgesteld als lid van een witteboordenmaffia, waarbij hij ongepast nauwe betrekkingen zou onderhouden met het rechtswezen, zakenmannen en politici, en verwikkeld zou zijn in strafrechtelijke procedures.
Herr Pittelli behauptet, dass Äußerungen auf den Seiten 27, 58-60, 88-90 und 113-114 des Buches ihn sehr beleidigt hätten, da er dort als Mitglied einer Mafia von Wirtschaftskriminellen bezeichnet werde, das unangemessen enge Beziehung zu den Mitgliedern der Justiz, Geschäftsleuten und Politikern unterhalte, einschließlich der Einmischung in Strafverfahren.