40. Dat artikel 3 EVRM, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de rechten van de mens, zich in zeer uitzonderlijke omstandigheden ertegen verzet dat een derdelander die aan een ernstige ziekte lijdt, wordt verwijderd naar een land waar geen adequate behandeling voorhanden is, betekent evenwel niet dat hij op grond van de subsidiaire bescherming krachtens richtlijn 2004/83 tot verblijf in die lidstaat moet worden gemachtigd.
40. Der Umstand, dass ein an einer schweren Krankheit leidender Drittstaatsangehöriger nach Art. 3 EMRK in der Auslegung des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte in absoluten Ausnahmefällen nicht in ein Land abgeschoben werden kann, in dem keine angemessene Behandlung vorhanden ist, bedeutet deswegen aber nicht, dass es ihm erlaubt werden muss, sich auf der Grundlage des subsidiären Schutzes nach der Richtlinie 2004/83 in einem Mitgliedstaat aufzuhalten.