« - Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk beschouwd of in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, geschonden door artikel 55, derde lid, van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, in zoverre het bepaalt dat de stukken die betrekking hebben op de persoonlijkheid van de betrokkene en op het milieu waarin hij leeft, niet aan de burgerlijke partij mogen worden medegedeeld ?
« - Verstösst Artikel 55 Absatz 3 des Gesetzes vom 8. April 1965 über den Jugendschutz gegen die - getrennt oder im Zusammenhang mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention gelesenen - Artikel 10 und 11 der Verfassung, insoweit er bestimmt, dass die Schriftstücke, die sich auf die Persönlichkeit des Betreffenden und auf das Milieu, in dem er lebt, beziehen, der Zivilpartei nicht zugänglich gemacht werden dürfen?