De verwijzende rechter vraagt het Hof of de artikelen 10 en 11 v
an de Grondwet niet zijn geschonden, in zoverre een bediende van een intercommunale die een aansprakelijkheidsvordering instelt tegen laatstgenoemde, onderworpen is aan de vijfjarige verjaring bepaald bij artikel 15 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten « vanwege het enkele feit dat hij heeft ingestemd met de voorwaarden van zijn dienstnemi
ng, zodat hij wordt beschouwd als zijnde onder contract en niet on
...[+++]der statuut », terwijl hij aanspraak zou kunnen maken op de dertigjarige verjaring « indien de rechtsverhoudingen tussen de partijen zouden zijn ontstaan uit de eenzijdige beslissing van de overheid ».Der Verweisungsrichter legt dem Hof die Frage vor, ob gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstossen wird, insoweit ein Angestellter einer Interkommunale, der eine Haftungsklage gegen Letztgenannte einreicht, der durch Artikel 15 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 über die Arbeitsverträge festgelegten fünfjährigen Verjährung unterliegt, und zwar « durch den blossen Umstand, dass er den Bedingungen seiner Anstellung zugestimmt hat, so dass er als vertrag
lich angestellt und nicht dem Statut unterliegend gilt », während er Anspruch auf die dreissigjährige Verjährung erheben könnte, wenn « die Rechtsverhältnisse zwischen den Parteien aus e
...[+++]iner einseitigen Entscheidung der Behörde hervorgegangen wären ».