Op 11 juni 2003 richtte de heer Cappato zich opnieuw schriftelijk tot de heer Cox, met de mededeling dat de heer de Perlinghi een gerechtelijke beschikking had ontvangen waarin hem werd meegedeeld dat hij zich beschikbaar moest houden voor een gerechtelijk onderzoek, dat de zaak werd doorverwezen naar een correctionele rechtbank en dat een deel van de klacht niet ontvankelijk was verklaard.
Am 11. Juni 2003 übermittelte Herr Cappato Präsident Cox ein weiteres Schreiben, in dem er mitteilte, dass Herrn Perlinghi eine Verfügung zugestellt worden war, nach der er „weiterhin unter gerichtlicher Aufsicht“ stünde, und dass „der Fall an das Strafgericht [zurückverwiesen] und das Strafverfahren teilweise eingestellt“ worden sei.