b) voor de periode na de datum waarop de onder a) be
doelde ambtenaar de 65-jarige leeftijd zou hebben bereikt, het bedrag van het ouderdomspensioen waarop de betrokkene wanneer hij in
leven was gebleven vanaf deze datum recht zou hebben gehad in dezelfde rang en salari
strap welke hij bij zijn overlijden had bereikt, vermeerderd met de gezinstoelagen die aan de betrokkene zouden
zijn uitgeke
...[+++]erd en verminderd met de belasting en de andere verplichte inhoudingen;
b) für den Zeitraum nach dem Zeitpunkt, an dem ein Beamter im Sinne von Buchstabe a) das 65. Lebensjahr vollendet hätte, den Betrag des Ruhegehalts, auf das der Betreffende, wenn er am Leben geblieben wäre, in der Besoldungsgruppe und Dienstaltersstufe, die er vor seinem Tod erreicht hatte, von diesem Zeitpunkt an Anspruch gehabt hätte, zuzueglich der Familienzulagen, die dem Betreffenden gezahlt worden wären, und nach Abzug der Steuer und sonstigen obligatorischen Abzuege;