Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Maritieme hijs- of hefwerktuigen bedienen
Maritieme hijs- of hefwerktuigen gebruiken
Reconventionele eis
Reconventionele vordering
Verzoek
Vordering
Vordering in reconventie
Vordering op clienten
Vordering op cliënten
Vordering tot nietigverklaring
Vordering tot opschorting
Vordering tot schadevergoeding
Vordering wegens feitelijkheden
Vordering wegens geweldpleging
Vordering wegens mishandeling

Traduction de «hij zijn vordering » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
maritieme hijs- of hefwerktuigen bedienen | maritieme hijs- of hefwerktuigen gebruiken

Hebezeuge für den Seeverkehr bedienen


vordering wegens feitelijkheden | vordering wegens geweldpleging | vordering wegens het opzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen | vordering wegens mishandeling

Klage aus Tätlichkeiten


persoon te wiens aanzien er een redelijk vermoeden bestaat dat hij is betrokken bij het plegen van een strafbaar feit

Person, die im Verdacht steht, an einer auslieferungsfähigen Straftat beteiligt zu sein


vordering op clienten | vordering op cliënten

Forderung an Kunden


reconventionele eis | reconventionele vordering | vordering in reconventie

Gegenanspruch | Schadensersatzantrag des Rechtsmittelgegners | Widerklage








vordering tot nietigverklaring

Klage auf Nichtigkeitserklärung


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
« Schenden de artikelen 848 tot 850 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij niet van toepassing zijn voor de strafgerechten, zelfs wanneer zij zich ertoe beperken uitspraak te doen over de burgerlijke vordering, en de beklaagde dus niet de mogelijkheid bieden om voor het strafgerecht waarbij de burgerlijke vordering op regelmatige wijze aanhangig is gemaakt, een procedure tot ontkentenis in te stellen tegen zijn vorige raadsman van wie hij zegt dat hij ...[+++]

« Verstoßen die Artikel 848 bis 850 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie nicht vor den Strafgerichten anwendbar sind, auch wenn diese sich darauf beschränken, über die Zivilklage zu befinden, und es somit dem Angeklagten nicht ermöglichen, ein Verfahren auf Widerruf einer Prozesshandlung vor dem ordnungsmäßig mit der Zivilklage befassten Strafgericht gegen seinen früheren Beistand, den er nicht mit seiner Vertretung beauftragt haben soll, einzuleiten, während er einen Antrag auf Widerruf einer Prozesshandlung hätte einreichen können, wenn die Zivilklage vor einem Zivilgericht erhoben worden wäre?


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opei ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater ...[+++]


Bij zijn arrest nr. 139/2013 van 17 oktober 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning ingesteld door de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen één jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

In seinem Entscheid Nr. 139/2013 vom 17. Oktober 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 22 und 22bis der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstößt, indem er vorschreibt, dass die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung, die von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, erhoben wird, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.


Bij zijn arrest nr. 165/2013 van 5 december 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het Verdrag inzake de rechten van het kind, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

In seinem Entscheid Nr. 165/2013 vom 5. Dezember 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit dem Übereinkommen über die Rechte des Kindes verstößt, insofern er bestimmt, dass die Klage der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Bij zijn arrest nr. 139/2014 van 25 september 2014 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die het kind heeft erkend, dient te worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is.

In seinem Entscheid Nr. 139/2014 vom 25. September 2014 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstößt, insofern er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der das Kind anerkannt hat, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er nicht der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.


Artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : « De vordering van de vader, de moeder of de persoon die het kind erkend heeft, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat de persoon die het kind erkend heeft, niet de vader of de moeder is; die van de persoon die het vaderschap of moederschap opeist moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij of zij de vader of de moeder van het kind is; die van het kind moet op zijn vroegst worden inge ...[+++]

Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches bestimmt: « Die Klage des Vaters, der Mutter oder der Person, die das Kind anerkannt hat, muss binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass die Person, die das Kind anerkannt hat, nicht der Vater oder die Mutter ist, eingereicht werden; diejenige der Person, die die Vaterschaft beziehungsweise die Mutterschaft für sich in Anspruch nimmt, muss binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater oder die Mutter des Kindes ist, eingereicht werden; diejenige des Kindes muss frühestens an dem Tag, wo es das zwölfte Lebensjahr vollendet hat, und spätestens an dem T ...[+++]


In het Europese betalingsbevel moet de verweerder ervan in kennis worden gesteld dat hij ofwel het vastgestelde bedrag aan de eiser kan betalen, ofwel binnen een termijn van dertig dagen een verweerschrift kan indienen indien hij de vordering wenst te betwisten.

Der Europäische Zahlungsbefehl sollte den Antragsgegner darüber aufklären, dass er entweder den zuerkannten Betrag an den Antragsteller zu zahlen hat oder, wenn er die Forderung bestreiten will, innerhalb von 30 Tagen eine Einspruchsschrift versenden muss.


4. De houder van een der in lid 1 of lid 2 bedoelde rechten die de nietigverklaring van het Gemeenschapsmerk heeft gevorderd of een reconventionele vordering in een inbreukprocedure heeft ingesteld, kan geen nieuwe vordering tot nietigverklaring of reconventionele vordering instellen op grond van een van deze andere rechten die hij reeds tot staving van de eerste vordering tot nietigverklaring had kunnen inroepen.

(4) Hat der Inhaber eines der in Absatz 1 oder 2 genannten Rechts bereits einen Antrag auf Nichtigerklärung der Gemeinschaftsmarke gestellt oder im Verletzungsverfahren Widerklage erhoben, so darf er nicht aufgrund eines anderen dieser Rechte, das er zur Unterstützung seines ersten Begehrens hätte geltend machen können, einen neuen Antrag auf Nichtigerklärung stellen oder Widerklage erheben.


3. Tenzij de wetgeving van de lidstaat van herkomst de indiening van opmerkingen betreffende vorderingen voorschrijft, legt de schuldeiser een afschrift van eventuele bewijsstukken over en doet hij opgave van aard, datum van ontstaan en bedrag van de vordering; hij geeft tevens aan of hij voor de vordering op een voorrecht, een zakelijke zekerheid of een eigendomsvoorbehoud inroept, en op welke goederen de zekerheid betrekking heeft.

(3) Sofern das Recht des Herkunftsmitgliedstaats nicht eine Erläuterung der Forderung vorsieht, übersendet der Gläubiger eine Kopie der etwaigen Belege, teilt die Art, den Entstehungszeitpunkt und den Betrag der Forderung mit und gibt an, ob er für die Forderung ein Vorrecht, eine dingliche Sicherheit oder einen Eigentumsvorbehalt geltend macht und welche Vermögenswerte Gegenstand seiner Sicherheit sind.


3. Tenzij de wetgeving van de lidstaat van herkomst de indiening van opmerkingen betreffende vorderingen voorschrijft, legt de schuldeiser een afschrift van eventuele bewijsstukken over en doet hij opgave van aard, datum van ontstaan en bedrag van de vordering; hij geeft tevens aan of hij voor de vordering op een voorrecht, een zakelijke zekerheid of een eigendomsvoorbehoud inroept, en op welke goederen de zekerheid betrekking heeft.

(3) Sofern das Recht des Herkunftsmitgliedstaats nicht eine Erläuterung der Forderung vorsieht, übersendet der Gläubiger eine Kopie der etwaigen Belege, teilt die Art, den Entstehungszeitpunkt und den Betrag der Forderung mit und gibt an, ob er für die Forderung ein Vorrecht, eine dingliche Sicherheit oder einen Eigentumsvorbehalt geltend macht und welche Vermögenswerte Gegenstand seiner Sicherheit sind.


w