2. Elke lidstaat wijst havens aan waarin hoeveelheden vis van diepzeesoorten, andere dan leng en torsk, van meer dan 50 kg en hoeveelheden leng of torsk - in eender welke verhouding - van meer dan 1 ton moeten worden aangeland en stelt de betreffende inspectie- en controleprocedures vast, met inbegrip van de bepalingen en voorwaarden voor het registreren en het meedelen van de bij elke landing aangevoerde hoeveelheden vis van diepzeesoorten.
(2) Jeder Mitgliedstaat benennt die Häfen, in denen mehr als 50 kg anderer Tiefseearten als Leng oder Lumb sowie mehr als eine Tonne einer Mischung aus Leng und Lumb angelandet werden müssen, und legt die diesbezüglichen Kontroll- und Überwachungsverfahren einschließlich der Bestimmungen für die Erfassung und Meldung der jeweils angelandeten Mengen an Tiefseearten fest.