B
ovendien, hoewel het juist is dat het belang van de rechtspraak in beginsel vereist dat de bijsta
nd van een advocaat moet worden toegekend ' wanneer een vrijheidsberoving op het spel staat ' (EHRM, grote kamer, 10 j
uni 1996, Benham t. Verenigd Koninkrijk, § 61), neemt zulks niet weg dat een geldboete, van een bepaald bedrag, als voldoende ernstig kan worden beschouwd met het oog op de toepassing van artikel 6.3, c), van het Europees Verdrag voor de re
...[+++]chten van de mens (EHRM, 25 september 1992, Pham Hoang t. Frankrijk, §§ 16 en 40).
Außerdem, obwohl die Interessen der Justiz es grundsätzlich erfordern, den Beistand eines Rechtsanwalts zu gewähren, ' wenn es sich um eine Freiheitsentziehung handelt ' (EuGHMR, Große Kammer, 10. Juni 1996, Benham gegen Vereinigtes Königreich, § 61), kann dennoch eine Geldbuße in einer bestimmten Höhe als ausreichend schwer betrachtet werden im Hinblick auf die Anwendung von Artikel 6 Absatz 3 Buchstabe c) der Europäischen Menschenrechtskonvention (EuGHMR, 25. September 1992, Pham Hoang gegen Frankreich, §§ 16 und 40).