V
oorts moeten achter deze inrichtingen in de leiding geplaatste energieopslagvoorzieningen zodanig zijn dat bij een storing in de energietoevoer, na viermaal volledig intrappen van het bedieningsorgaan van het bedrijfsremsysteem, onder de voorwaarden omschreven in deel A, punt 1.2, of deel B, punt 1.2, of deel C, punt 1.2, van bijlage IV — afhankelijk van het soort r
emsysteem — het nog altijd mogelijk blijft om het voertuig, wanneer het bedieningsorgaan voor de vijfde maal wordt ingetrapt, tot
...[+++] stilstand te brengen met de mate van doeltreffendheid die voor het hulpremsysteem is voorgeschreven.