Het Hof beperkt het onderzoek van de prejudiciële vraag tot de vergelijking die, wat betreft de toepasbaarheid van de in het geding zijnde bepaling, door de verwijzende rechter aan het Hof is voorgelegd tussen wettelijk samenwonenden, enerzijds, en feitelijk samenwonenden die geen gemeenschappelijke kinderen hebben, anderzijds.
Der Gerichtshof begrenzt die Prüfung der Vorabentscheidungsfrage auf den ihm durch den vorlegenden Richter unterbreiteten Vergleich hinsichtlich der Anwendbarkeit der fraglichen Bestimmung, zwischen einerseits gesetzlich Zusammenwohnenden und andererseits faktisch Zusammenwohnenden, die keine gemeinsamen Kinder haben.