Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
BJN
DTA
Staking van betaling

Vertaling van "hof heeft waarin " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE
nationale rechterlijke instantie die zich tot het Hof heeft gewend

nationales Gericht,das den Gerichtshof anruft


Besluit betreffende gevallen waarin de douane redenen heeft om te twijfelen aan de juistheid of de nauwkeurigheid van de aangegeven waarde [ DTA | BJN ]

Beschluss zu Fällen, in denen die Zollverwaltungen berechtigte Zweifel an der Richtigkeit oder Genauigkeit des angegebenen Werts haben [ DTA ]


Besluit betreffende gevallen waarin de douane redenen heeft om te twijfelen aan de juistheid of de nauwkeurigheid van de aangegeven waarde | BJN [Abbr.] | DTA [Abbr.]

Beschluss zu Fällen,in denen die Zollverwaltungen berechtigte Zweifel an der Richtigkeit oder Genauigkeit des angegebenen Werts haben | DTA [Abbr.]


staking van betaling | toestand waarin de debiteur heeft opgehouden te betalen

Zahlungseinstellung
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
[12] Uit statistieken van het Europees Hof voor de rechten van de mens blijkt dat van alle EU‑lidstaten Bulgarije het grootste aantal arresten van het Hof heeft waarin nog niet tot tenuitvoerlegging is overgegaan.

[12] Statistiken des EGMR zufolge weist Bulgarien EU-weit die höchste Anzahl von noch umzusetzenden EGMR-Urteilen auf.


[3] Het Hof heeft bepaald dat de perioden waarin gezondheidswerkers "on call" zijn (aanwezigheidsdienst) als werktijd beschouwd moeten worden als de betrokkenen op de arbeidsplaats moeten blijven, ook als zij dan rusten, wat betekent dat bijvoorbeeld artsen in ziekenhuizen in de meeste lidstaten meer dan 48 uur per week werken.

[3] Mit der Feststellung, dass der Bereitschaftsdienst von Beschäftigten des Gesundheitswesens als Arbeitszeit gilt, auch wenn diese ruhen, sofern sie am Arbeitsplatz bleiben müssen, hat der Gerichtshof anerkannt, dass beispielsweise Ärzte in den meisten Mitgliedstaaten mehr als 48 Stunden pro Woche arbeiten.


Voorts is de lezing die wordt verduidelijkt in de in het geding zijnde bepaling niet strijdig met het arrest nr. 124/2014 van 19 september 2014, waarin het Hof heeft vastgesteld « dat geen van het gemeen recht afwijkende inwerkingtredingsbepaling is opgenomen in de wet van 14 januari 2013, zodat de bestreden bepaling in werking is getreden tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad ».

Außerdem steht die Lesart, die in der fraglichen Bestimmung verdeutlicht wird, nicht im Widerspruch zum Entscheid Nr. 124/2014 vom 19. September 2014, in dem der Gerichtshof festgestellt hat, « dass keine vom allgemeinen Recht abweichende Bestimmung über das Inkrafttreten in das Gesetz vom 14. Januar 2013 aufgenommen wurde, so dass die angefochtene Bestimmung zehn Tage nach ihrer Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft getreten ist ».


In uitzonderlijke gevallen, na het advies van de procureur-generaal te hebben ingewonnen, wijst de eerste voorzitter van het hof van beroep, met zijn instemming, een werkend rechter benoemd in het rechtsgebied van het hof van beroep of een raadsheer aan, en die een opleiding gevolgd heeft waarin voorzien wordt in artikel 259sexies, § 1, 4°, vierde lid, om het ambt van rechter in de strafuitvoeringsrechtbank uit te oefenen voor een termijn van maximum twee jaar.

Unter außergewöhnlichen Umständen kann der Erste Präsident des Appellationshofes, nachdem er die Stellungnahme des Generalprokurators eingeholt hat, einen im Appellationshofbereich ernannten effektiven Richter oder einen Gerichtsrat bestimmen, der an der in Artikel 259sexies § 1 Nr. 4 Absatz 4 erwähnten Weiterbildung teilgenommen hat und der einverstanden ist, das Amt des Richters am Strafvollstreckungsgericht für einen Zeitraum von höchstens zwei Jahren auszuüben.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Het Hof heeft reeds meermaals de grondwettigheid onderzocht van de termijn van één jaar waarin artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek voorziet.

Der Gerichtshof hat mehrmals die Verfassungsmäßigkeit der in Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches vorgesehenen einjährigen Frist geprüft.


In tegenstelling tot wat de appellante voor het verwijzende rechtscollege aanvoert, kan uit het arrest nr. 125/2011 van 7 juli 2011, waarin het Hof heeft verwezen naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 betreffende de opzeggingstermijnen van de werklieden, niet worden afgeleid dat bij collectieve arbeidsovereenkomst kon worden afgeweken van de in artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 bepaalde opzeggingstermijnen.

Im Gegensatz zu dem, was die Berufungsklägerin vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan anführt, lässt sich aus dem Entscheid Nr. 125/2011 vom 7. Juli 2011, in dem der Gerichtshof auf das kollektive Arbeitsabkommen Nr. 75 über Kündigungsfristen für Arbeiter Bezug genommen hat, nicht ableiten, dass durch kollektives Arbeitsabkommen von den in Artikel 59 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 festgelegten Kündigungsfristen abgewichen werden konnte.


Ten slotte kan verzoeker zich niet met succes beroepen op punt 14 van het reeds aangehaalde arrest Prais/Raad, waarin het Hof heeft verklaard „dat het [...] zeer belangrijk is dat de datum van het schriftelijk examen voor alle kandidaten dezelfde is”.

Schließlich kann sich der Kläger nicht wirksam auf Rn. 14 des Urteils Prais/Rat berufen, in der der Gerichtshof ausgeführt hat, dass es „sehr wichtig [ist], dass alle Bewerber die schriftlichen Prüfungen zum gleichen Zeitpunkt ablegen“.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opei ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vater ...[+++]


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij twee arresten van 24 maart 2015 in zake Roland Thienpont tegen de Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 3 april 2015, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt art. 171, 5°, c) WIB 92 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat er geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat voor het gemaakte onde ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfragen und Verfahren In zwei Entscheiden vom 24. März 2015 in Sachen Roland Thienpont gegen den belgischen Staat, deren Ausfertigungen am 3. April 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat der Appellationshof Gent folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 171 Nr. 5 Buchstabe c) des EStGB 1992 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem es keine objektive und vernünf ...[+++]


Bij zijn arrest nr. 217.243 van 16 januari 2012 heeft de Raad van State geoordeeld dat « de Brusselse regelgeving inzake geluidshinder [...] niet ' dezelfde werking ' heeft ' als een toegangsverbod tot de luchthaven ' in de zin waarin het Hof [van Justitie van de Europese Unie] erover heeft geoordeeld ».

In seinem Entscheid Nr. 217. 243 vom 16. Januar 2012 hat der Staatsrat geurteilt, dass « die Brüsseler Regelung in Bezug auf Geräuschbelästigung [...] nicht ' die gleiche Wirkung ' hat ' wie ein Zugangsverbot zum besagten Flughafen ' in dem Sinne, in dem der Gerichtshof [der Europäischen Union] darüber geurteilt hat ».




Anderen hebben gezocht naar : staking van betaling     hof heeft waarin     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'hof heeft waarin' ->

Date index: 2023-10-19
w