Het Hof onderzoekt artikel 2bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, bepaling die in het geding is in de eerste prejudiciële vraag, in de interpretatie van de verwijzende rechter volgens welke de kosten en erelonen van de lasthebber ad hoc niet worden beoogd door artikel 2 van de programmawet (II) van 27 december 2006, en derhalve niet door de Staat ten laste worden genomen.
Der Gerichtshof prüft Artikel 2bis des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches - die in der ersten Vorabentscheidungsfrage in Rede stehende Bestimmung - in der Auslegung des vorlegenden Richters, wonach Artikel 2 des Programmgesetzes (II) vom 27. Dezember 2006 sich nicht auf die Kosten und Honorare des Ad-hoc-Bevollmächtigten bezieht und diese daher nicht durch den Staat übernommen werden.