Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.
Een eventuele schuldigverklaring alleen in de weg
Kan

Traduction de «hof van cassatie heeft een benuttingsvergoeding geen periodiek » (Néerlandais → Allemand) :

Overeenkomstig de rechtspraak van het Hof van Cassatie heeft een benuttingsvergoeding geen periodiek karakter, aangezien de schuldvordering de betaling van een vergoeding betreft inzake een gebruik zonder titel noch recht, die door de rechter wordt geraamd (Cass., 16 november 2001, Arr. Cass., 2001, nr. 626).

Gemäß der Rechtsprechung des Kassationshofes hat eine Nutzungsentschädigung keinen periodischen Charakter, da die Forderung die Zahlung einer Entschädigung bezüglich einer Nutzung ohne Titel oder Berechtigung, die vom Richter festgesetzt wird, bezweckt (Kass., 16. November 2001, Pas., 2001, Nr. 624).


B.8.3. Het Hof van Cassatie heeft in een arrest van 18 november 2013 (Arr. Cass., 2013, nr. 613) geoordeeld dat uit de artikelen 1675/13 en 1675/13bis van het Gerechtelijk Wetboek, zoals van toepassing vóór de in het geding zijnde wetswijziging, niet volgt dat de rechter van de collectieve schuldenregeling geen kwijtschelding zou kunnen verlenen voor de schulden van de schuldenaar die het gevolg zijn van een veroordeling tot een penale boete.

B.8.3. Der Kassationshof hat in einem Entscheid vom 18. November 2013 (Arr. Cass., 2013, Nr. 613) geurteilt, dass sich aus den Artikeln 1675/13 und 1675/13bis des Gerichtsgesetzbuches in ihrer vor der fraglichen Gesetzesänderung anwendbaren Fassung nicht ergibt, dass der Richter für die kollektive Schuldenregelung keinen Erlass der Schulden des Schuldners gewähren könnte, die eine Folge einer Verurteilung zu einer strafrechtlichen Geldbuße sind.


Vanaf 2006 heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat, « in de mate een wettelijke of reglementaire norm een werkgever die optreedt als verzekeraar, verplicht sommen te betalen waarvan het bedrag groter is dan wat hij als werkgever zou hebben betaald voor gepresteerde diensten, [...] deze norm tot strekking [heeft] dat die sommen definitief ten laste blijven van die werkgever » en heeft het besloten dat het storten, door de openbare werkgever, van een rente wegens gedeeltelijke blijvende arbeidsongeschiktheid « geen ...[+++] schade [uitmaakt] die hij kan terugvorderen van de aansprakelijke derde » (Cass., 9 januari 2006, Arr. Cass., 2006, nr. 22).

Ab 2006 hat der Kassationshof den Standpunkt vertreten, dass « der Zweck des Gesetzes oder der Verordnung, wonach ein Arbeitgeber, der als Versicherer auftritt, verpflichtet ist, Summen auszuzahlen, deren Betrag höher ist als derjenige, den er als Arbeitgeber für Dienstleistungen hätte zahlen müssen, darin besteht, diese Summen endgültig dem Arbeitgeber aufzuerlegen » und geschlussfolgert, dass die Zahlung einer Rente wegen einer teilweisen bleibenden Arbeitsunfähigkeit durch den öffentlichen Arbeitgeber « kein vom haftpflichtigen Dritten rückforderbarer Schaden » ist (Kass., 9. Januar 2006, Pas., 2006, Nr. 22).


Rekening houdend met de rechtspraak van het Hof van Cassatie waarnaar wordt verwezen in B.11.4 en met het feit dat de parlementaire voorbereiding van de bestreden bepalingen zelf aangaf dat zij geen enkele vernieuwing doorvoerden, laat de stand van het recht vóór de inwerkingtreding van die bepalingen toe te oordelen dat de terugwerkende kracht ervan geen nut heeft.

Unter Berücksichtigung der Rechtsprechung des Kassationshofes, auf die in B.11.4 verwiesen wurde, und des Umstandes, dass in den Vorarbeiten zu den angefochtenen Bestimmungen selbst bereits angegeben wurde, dass damit nichts Neues eingeführt würde, kann aufgrund der Rechtslage vor dem Inkrafttreten dieser Bestimmungen davon ausgegangen werden, dass deren Rückwirkung nutzlos ist.


Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat « de eerlijke behandeling van een strafzaak wordt beoordeeld in het licht van de rechtspleging in haar geheel, door na te gaan of het recht van verdediging werd geëerbiedigd, te onderzoeken of de vervolgde persoon de mogelijkheid werd geboden de geloofwaardigheid van de bewijzen te betwisten en zich tegen de aanwending ervan te verzetten, na te gaan of de omstandigheden waarin de elementen à charge werden vergaard twijfel zaaien over de geloofwaardighe ...[+++]

Der Kassationshof hat geurteilt, dass « die Fairness eines Strafverfahrens im Verhältnis zum gesamten Verfahren beurteilt wird, indem festgestellt wird, ob die Rechte der Verteidigung eingehalten wurden, geprüft wird, ob die verfolgte Person die Möglichkeit hatte, die Echtheit der Beweise anzufechten und sich ihrer Verwendung zu widersetzen, überprüft wird, ob die Umstände, unter denen die belastenden Elemente erzielt wurde, Zweifel an der Glaubwürdigkeit oder Richtigkeit entstehen lassen, und der Einfluss des regelwidrig erzielten Beweiselementes auf den Ausgang der Strafverfolgung beurteilt wird » (Kass., 15. Dezem ...[+++]


Het Hof van Cassatie heeft echter in een arrest van 10 oktober 2002 (AR C. 01.0067.F, R.W. 2005-2006, 579-580), dat het bevestigd heeft in een arrest van 21 februari 2003 (AR C. 01.0287.N), beslist dat « inzake inkomstenbelastingen, het bevel tot betaling een daad van rechtsvervolging is die een uitvoerbare titel veronderstelt en aan het uitvoerend beslag voorafgaat », zodat wanneer dat bevel door de Staat wordt betekend bij ontstentenis van een onbetwistbaar verschuldigde belast ...[+++]

Der Kassationshof hat jedoch in einem Urteil vom 10. Oktober 2002 (A.L. C. 01.0067.F, R.W. 2005-2006, 579-580), das er in einem Urteil vom 21. Februar 2003 (A.L. C. 01.0287.N) bestätigt hat, entschieden, dass der « Zahlungsbefehl auf dem Gebiet der Einkommensteuern eine Massnahme der gerichtlichen Verfolgung ist, die einen Vollstreckungstitel voraussetzt und der Zwangsvollstreckung voraufgeht », so dass er, indem er durch den Staat zugestellt wurde, ohne dass eine unzweifelhaft geschuldete Steuer vorlag, « keine unterbrechende Wirkung ...[+++]


Het Hof van Cassatie heeft echter in een arrest van 10 oktober 2002 (AR C. 01.0067.F), dat het bevestigd heeft in een arrest van 21 februari 2003 (AR C. 01.0287.N), beslist dat « inzake inkomstenbelastingen, het bevel tot betaling een daad van rechtsvervolging is die een uitvoerbare titel veronderstelt en aan het uitvoerend beslag voorafgaat », zodat wanneer dat bevel door de Staat wordt betekend bij ontstentenis van een onbetwistbaar verschuldigde belasting het « ...[+++]

Der Kassationshof hat jedoch in einem Urteil vom 10. Oktober 2002 (A.L. C. 01.0067.F), das er in einem Urteil vom 21. Februar 2003 (A.L. C. 01.0287.N) bestätigt hat, entschieden, dass der « Zahlungsbefehl auf dem Gebiet der Einkommensteuern eine Massnahme der gerichtlichen Verfolgung ist, die einen Vollstreckungstitel voraussetzt und der Zwangsvollstreckung voraufgeht », so dass er, indem er durch den Staat zugestellt wurde, ohne dass eine unzweifelhaft geschuldete Steuer vorlag, « keine unterbrechende Wirkung haben konnte ».


C. overwegende dat de minister van Justitie van de Franse Republiek als reactie op mededelingen van het Europees Parlement waarin werd gewezen op de reeds aangehaalde besluit van 5 juli 2005 verklaard heeft dat het arrest van het Hof van Cassatie kracht van gewijsde heeft, en dat dan ook geen enkel rechtsmiddel meer bestaat om het te doen vernietigen of herroepen, zoals in de resolutie wordt gevraagd,

C. in der Erwägung, dass der Justizminister der Französischen Republik auf die Mitteilungen des Europäischen Parlaments, in denen es auf den genannten Beschluss vom 5. Juli 2005 aufmerksam gemacht hat, hin erklärt hat, dass das Urteil des Kassationshofs rechtskräftig sei, weswegen es rechtlich unmöglich sei, es für nichtig zu erklären oder zu widerrufen, wie dies in der genannten Entschließung gefordert wird,


Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de verwijzende rechter de arresten voor ogen heeft van 4 september 1995, 4 december 1995, 7 november 1996 en 17 februari 1997, waarin het Hof van Cassatie heeft gesteld dat het bevel om het grondgebied te verlaten definitief is in de zin van artikel 57, § 2, van de wet van 8 juli 1976 wanneer tegen dat bevel geen beroep met schorsende werking meer openstaa ...[+++]

Aus den Erwägungen der Verweisungsentscheidung geht hervor, dass der Verweisungsrichter die Urteile vom 4. September 1995, vom 4. Dezember 1995, vom 7. November 1996 und vom 17. Februar 1997 vor Augen hat, in denen der Kassationshof festgestellt hat, dass die Anweisung, das Staatsgebiet zu verlassen, endgültig ist im Sinne von Artikel 57 § 2 des Gesetzes vom 8. Juli 1976, wenn gegen diese Anweisung keine Klage mit suspensiver Wirkung mehr möglich ist.


Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat een vordering die ertoe strekt de opschorting van de uitspraak te genieten, geen middel is (Cass., 26 juni 1996, R.D.P., 1997, 562).

Der Kassationshof habe geurteilt, dass ein Antrag, der darauf abziele, die Aussetzung der Verkündung zu geniessen, kein Mittel sei (Kass., 26. Juni 1996, R.D.P., 1997, 562).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'hof van cassatie heeft een benuttingsvergoeding geen periodiek' ->

Date index: 2023-07-20
w