Volgens de regels van het EG-Verdrag (artikelen 28-30), en in samenhang met de jurisprudentie van het Hof van Justitie, moeten de lidstaten afzien van het opleggen van beperkingen op invoer in en uitvoer uit andere lidstaten, tenzij daarvoor objectieve redenen van algemeen belang (bijvoorbeeld ter bescherming van de volksgezondheid of de veiligheid) bestaan.
Der EG-Vertrag (Art. 28-30) verbietet in Verbindung mit der Rechtsprechung des Gerichtshofes den Mitgliedstaaten, Einfuhren aus oder Ausfuhren in andere Mitgliedstaaten zu beschränken, es sei denn, solche Maßnahmen wären durch Gründe des Allgemeininteresses, wie beispielsweise Sicherheit oder Gesundheitsschutz objektiv gerechtfertigt.