Traduction de «hoge oo-ratio’s terwijl » (Néerlandais → Allemand) :

Sommige lidstaten (Zweden en Finland) hebben hoge OO-ratio’s, terwijl andere sinds 1999 met teruglopende ratio’s worden geconfronteerd (Griekenland, Ierland en Nederland).
Einige Mitgliedstaaten (Schweden und Finnland) haben hohe FE-Quoten, während sich diese in anderen (Griechenland, Irland und den Niederlanden) seit 1999 verringern.

Wat Amerikaanse bedrijven betreft dragen sectoren met een hoge OO-intensiteit, zoals farma of computerdiensten, voor meer dan twee derde aan het totale OO bij. Daartegenover staat dat wat Europese en Japanse ondernemingen betreft de sectoren met een middelhoge OO-intensiteit (bij voorbeeld de automobiel- of de elektronicasector) de overhand hebben, terwijl de sectoren met een hoge OO-intensiteit slechts goed zijn voor ongeveer een derde van de totale investeringen.
Bei den US-Unternehmen entfallen mehr als zwei Drittel der gesamten FuE-Aufwendungen auf forschungsintensive Sektoren wie die Pharmaindustrie oder Computerdienste. Dahingegen sind für die europäischen und japanischen Unternehmen die mäßig forschungsintensiven Branchen (Automobil- und Elektroniksektor) die wichtigsten Felder der Forschungstätigkeit, während FuE-intensive Sektoren nur ein Drittel der Gesamtinvestitionen ausmachen.

De VS-ondernemingen hebben hun leidende positie in de sector met een hoge OO-intensiteit versterkt door de laatste vier jaar hun investeringen met 35% te verhogen, terwijl de investeringen van EU-ondernemingen slechts met 13,6% zijn gestegen (figuur 3).
Die US-Unternehmen konnten ihre Führungsposition in den Sektoren mit hoher FuE-Intensität ausbauen und ihre Investitionen über die letzten vier Jahre um 35 % steigern, wogegen die EU-Unternehmen lediglich auf 13,6 % kamen (Abbildung 3).

113. betreurt de besnoeiing op overheidsuitgaven en –investeringen in de onderwijssector die in tal van nationale begrotingen waarneembaar is, wijst er nogmaals op dat voorrang moet worden gegeven aan overheidsinvesteringen in duurzame, groeibevorderende sectoren zoals OO en onderwijs, en wijst erop dat investering in onderwijs en opleiding een goedkope beleidsmaatregel is als de hoge kosten in aanmerking worden genomen die ontstaan als jongere generaties in termen van werkgelegenheid worden gemarginaliseerd; wijst erop dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat aanhoudend en op grote schaal wordt geïnvesteerd in onderwijs aan en opleiding van leraren en levenslang leren, terwijl de gecoördineerde, EU-dekkende initiatieven om andere gemeenschappelijke onderwijsdoelen te verwezenlijken worden voortgezet; wijst op de doorslaggevende rol van het programma Levenslang Leren;
113. bedauert die Kürzung staatlicher Ausgaben und Investitionen vieler nationaler Haushalte im Bildungsbereich; bekräftigt die Notwendigkeit, staatlichen Investitionen in nachhaltige wachstumsfreundliche Bereiche wie FuE und Bildung Vorrang zu geben, und weist darauf hin, dass in Anbetracht der schwerwiegenden Belastungen durch berufliche Ausgrenzung der jungen Generation Investitionen in allgemeine und berufliche Bildung eine wirtschaftspolitische Maßnahme darstellen; betont die Bedeutung der Sicherstellung kontinuierlicher und umfangreicher Investitionen in die Ausbildung von Lehrkräften, die Weiterbildung und lebenslanges Lernen, unter Beibehaltung koordinierter EU-weiter Bestrebungen, auch andere gemeinsame Bildungsziele zu erreichen; weist auf die Schlüsselrolle des Programms „Lebenslanges Lernen“ hin;

5. betreurt de besnoeiing op overheidsuitgaven en –investeringen in de onderwijssector die in tal van nationale begrotingen waarneembaar is, wijst er nogmaals op dat voorrang moet worden gegeven aan overheidsinvesteringen in duurzame, groeibevorderende sectoren zoals OO en onderwijs, en wijst erop dat investering in onderwijs en opleiding een goedkope beleidsmaatregel is als de hoge kosten in aanmerking worden genomen die ontstaan als jongere generaties in termen van werkgelegenheid worden gemarginaliseerd; wijst erop dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat aanhoudend en op grote schaal wordt geïnvesteerd in onderwijs aan en opleiding van leraren en levenslang leren, terwijl de gecoördineerde, EU-dekkende initiatieven om andere gemeenschappelijke onderwijsdoelen te verwezenlijken worden voortgezet; wijst op de doorslaggevende rol van het programma Levenslang Leren;
5. bedauert die Kürzung staatlicher Ausgaben und Investitionen vieler nationaler Haushalte im Bildungsbereich; bekräftigt die Notwendigkeit, staatlichen Investitionen in nachhaltige wachstumsfreundliche Bereiche wie FuE und Bildung Vorrang zu geben, und weist darauf hin, dass in Anbetracht der schwerwiegenden Belastungen durch berufliche Ausgrenzung der jungen Generation Investitionen in allgemeine und berufliche Bildung eine wirtschaftspolitische Maßnahme darstellen; betont die Bedeutung der Sicherstellung kontinuierlicher und umfangreicher Investitionen in die Ausbildung von Lehrkräften, die Weiterbildung und lebenslanges Lernen, unter Beibehaltung koordinierter EU-weiter Bestrebungen, auch andere gemeinsame Bildungsziele zu erreichen; weist auf die Schlüsselrolle des Programms „Lebenslanges Lernen“ hin;

3. merkt op dat de afhankelijkheidsratio zal verdubbelen en tegen 2050 tot 51% zal zijn gestegen, terwijl de actieve bevolking naar verwachting met 30 miljoen zal dalen; dringt erop aan dat het arbeidspotentieel volledig en doelmatig wordt benut om zeker te stellen dat onze pensioen- en zorgstelsels worden bestendigd; merkt op dat dit proces aanzienlijk kan worden vergemakkelijkt als het Europese particuliere bedrijfsleven de nodige politieke steun en economische stimulansen krijgt om beter te presteren op het vlak van investeringen, OO, innovatie en scholing en zo bijdraagt aan economische groei en hoge werkgelegenheid; is derhalve van mening dat alle nieuwe maatregelen in het kader van het arbeidsmarktbeleid moeten bijdragen aan een verantwoord beheer van de overheidsfinanciën;
3. stellt fest, dass sich der Altersabhängigkeitsquotient verdoppeln und bis 2050 51% erreichen wird, während die Bevölkerung im erwerbsfähigen Alter voraussichtlich um 30 Millionen abnehmen wird; weist mit Nachdruck darauf hin, dass das Arbeitskräftepotenzial uneingeschränkt und effizient genutzt werden muss, um sicherzustellen, dass unsere Renten- und Gesundheitssysteme nachhaltig werden; stellt fest, dass dieser Prozess erheblich erleichtert werden könnte, wenn die privatwirtschaftlichen Unternehmen in Europa eine angemessene politische Unterstützung und wirtschaftliche Anreize erhielten, um ihre Leistung hinsichtlich der Investitionen, der Forschung und Entwicklung, der Innovation und Weiterbildung zu verbessern und so zu Wirtschaftswachstum und zu einer hohen Beschäftigungsquote beizutragen; ist daher der Auffassung, dass jede neue arbeitsmarktpolitische Maßnahme zu einer verantwortungsvollen Verwaltung der öffentlichen Finanzen beitragen muss;