Traduction de «holding nv waarvan » (Néerlandais → Allemand) :

Na de vaststelling van de nationale wetgeving waarbij het privatiseringsverbod, het groepsverbod en het verbod op nevenactiviteiten zijn ingevoerd, is Essent NV op 1 juli 2009 gesplitst in twee afzonderlijke vennootschappen, namelijk Enexis Holding NV, waarvan het statutaire doel het beheer van een distributienet voor gas en elektriciteit op het Nederlandse grondgebied is en waarvan alle aandelen in handen van de overheid zijn, en Essent NV, waarvan het statutaire doel de productie en levering van en de handel in elektriciteit en gas is.
Infolge des Erlasses der Rechtsvorschriften, mit denen das Privatisierungsverbot, das Konzernverbot und das Verbot von dem Interesse des Netzbetriebs potenziell zuwiderlaufenden Tätigkeiten eingeführt wurden, wurde die Essent NV am 1. Juli 2009 in zwei verschiedene Gesellschaften aufgespalten, nämlich zum einen die Enexis Holding NV, deren Gesellschaftszweck der Betrieb eines Gas- und Elektrizitätsverteilernetzes im niederländischen Hoheitsgebiet ist und deren sämtliche Anteile von der öffentlichen Hand gehalten werden, und zum anderen die Essent NV, deren Gesellschaftszweck die Erzeugung, die Lieferung und der Vertrieb von Elektrizität und Gas ist.

Krachtens artikel 2 van de wet van 14 april 2009 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten werd het eerste lid van artikel 117bis van de voormelde wet van 2 augustus 2002 met name aangevuld met een 3° en een 6° die het de Koning bovendien mogelijk maken om, na advies van het Comité voor financiële stabiliteit, wanneer zich een plotse crisis voordoet op de financiële markten of in geval van een ernstige dreiging van een systemische crisis, teneinde de omvang of de gevolgen ervan te beperken : « 3° in een systeem [te] voorzien, in voorkomend geval door middel van reglementen vastgesteld overeenkomstig 1°, van toekenning van de Staatswaarborg voor de terugbetaling aan vennoten die natuurlijke personen zijn van hun deel in het kapitaal van coöperatieve vennootschappen, erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 januari 1962 tot vaststelling van de voorwaarden tot erkenning van de nationale groeperingen van coöperatieve vennootschappen en van de coöperatieve vennootschappen, die instellingen zijn onderworpen aan toezicht krachtens voornoemde wetten of waarvan minstens de helft van het vermogen is geïnvesteerd in dergelijke instellingen »; « 6° alsook de waarborg van de Staat [toe te kennen] voor verbintenissen aangegaan door de Gemeentelijke Holding NV ».
Aufgrund von Artikel 2 des Gesetzes vom 14. April 2009 zur Abänderung des Gesetzes vom 2. August 2002 über die Aufsicht über den Finanzsektor und die Finanzdienstleistungen wurde Absatz 1 von Artikel 117bis des vorerwähnten Gesetzes vom 2. August 2002 insbesondere ergänzt durch eine Nr. 3 und eine Nr. 6, die es außerdem dem König ermöglichen, auf eine Stellungnahme des Ausschusses für Finanzstabilität hin im Fall einer plötzlichen Krise auf den Finanzmärkten oder einer ernsthaften Bedrohung durch eine systemische Krise mit dem Ziel, deren Ausmaß oder Folgen zu begrenzen: « 3. ein System [vorzusehen], gegebenenfalls durch Verordnungen, die gemäß Nr. 1 angenommen werden, das dazu dient, Gesellschaftern, die natürliche Personen sind, die Staatsgarantie zu gewährleisten für die Erstattung ihres Anteils am Kapital von Genossenschaften, die zugelassen sind gemäß dem königlichen Erlass vom 8. Januar 1962 zur Festlegung der Bedingungen für die Zulassung der nationalen Genossenschaftsverbände und der Genossenschaften, die Einrichtungen sind, die aufgrund der vorerwähnten Gesetze einer Aufsicht unterliegen oder deren Vermögen wenigstens zur Hälfte in solche Einrichtungen investiert wird, »; « 6. sowie die Garantie für die Verpflichtungen der ' Gemeindeholding ' AG [zu] gewähren ».

Bij vijftien vonnissen van 21 maart 2016 in zake respectievelijk de nv « Thomas Piron Rénovation » tegen de vzw « Group-S-Casi », de nv « T.P. Management » tegen het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ), de bvba « Frenesagri » tegen de vzw « Caisse wallonne d'assurances sociales de l'UCM », de bvba « M2J » tegen het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ), de bvba « Fondetre » tegen de vzw « Zenito, sociaal verzekeringsfonds », de bvba « TP Gestion » tegen de vzw « Zenito, sociaal verzekeringsfonds », de cva « Elempe » tegen de vzw « Zenito, sociaal verzekeringsfonds », de nv « Pisciculture de la Houille » tegen de vzw « Zenito, sociaal verzekeringsfonds », de bvba « François Piron » tegen de vzw « Zenito, sociaal verzekeringsfonds », de bvba « Elempe » tegen de vzw « Zenito, sociaal verzekeringsfonds », de nv « Thomas et Piron Home » tegen de vzw « Zenito, sociaal verzekeringsfonds », de nv « Thomas et Piron Holding » tegen de vzw « Zenito, sociaal verzekeringsfonds », de bvba « SIDE » tegen de vzw « Zenito, sociaal verzekeringsfonds », de nv « Espaces promotion » tegen de vzw « Zenito, sociaal verzekeringsfonds » en de nv « Efimo » tegen de vzw « Zenito, sociaal verzekeringsfonds », waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 11 april 2016, heeft de Arrondissementsrechtbank Luxemburg de volgende prejudiciële vraag gesteld :
In fünfzehn Urteilen vom 21. März 2016 in Sachen der « Thomas Piron Rénovation » AG gegen die VoG « Group-S-Casi », der « T.P. Management » AG gegen das Landesinstitut der Sozialversicherungen für Selbständige (LISVS), der « Frenesagri » PGmbH gegen die VoG « Caisse wallonne d'assurances sociales de l'UCM », der « M2J » PGmbH gegen das Landesinstitut der Sozialversicherungen für Selbständige (LISVS), der « Fondetre » PGmbH gegen die VoG « Zenito, caisse d'assurances sociales », die VoG « TP Gestion » gegen die VoG « Zenito, caisse d'assurances sociales », der « Elempe » KGaA gegen die VoG « Zenito, caisse d'assurances sociales », der « Pisciculture de la Houille » AG gegen die VoG « Zenito, caisse d'assurances sociales », der « François Piron » PGmbH gegen die VoG « Zenito, caisse d'assurances sociales », der « Elempe » PGmbH gegen die VoG « Zenito, caisse d'assurances sociales », der « Thomas et Piron Home » AG gegen die VoG « Zenito, caisse d'assurances sociales », der « Thomas et Piron Holding » AG gegen die VoG « Zenito, caisse d'assurances sociales », der « SIDE » PGmbH gegen die VoG « Zenito, caisse d'assurances sociales », der « Espaces promotion » AG gegen die VoG « Zenito, caisse d'assurances sociales » und der « Efimo » AG gegen die VoG « Zenito, caisse d'assurances sociales », deren Ausfertigungen am 11. April 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat das Bezirksgericht Luxemburg folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt:

Bij vonnis van 28 juni 2013 in zake de nv « Lepaco » en de nv « Coenen Holding » tegen de nv « Jadir », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juli 2013, heeft de Rechtbank van Koophandel te Tongeren de volgende prejudiciële vragen gesteld :
In seinem Urteil vom 28. Juni 2013 in Sachen der « Lepaco » AG und der « Coenen Holding » AG gegen die « Jadir » AG, dessen Ausfertigung am 3. Juli 2013 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Handelsgericht Tongern folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt:

Bij vonnis van 8 maart 2013 in zake « Ethias Arbeidsongevallen » en de nv « De Post » tegen de NMBS Holding, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 maart 2013, heeft de Politierechtbank te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld :
In seinem Urteil vom 8. März 2013 in Sachen der « Ethias Accidents du Travail » und der « Die Post » AG gegen die NGBE Holdinggesellschaft, dessen Ausfertigung am 19. März 2013 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Polizeigericht Lüttich folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt:

Op 22 januari 2014 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat European Transport Holding Sàrl („ETH”, Luxemburg), een volle dochteronderneming van Cube Transport SCA („Cube”, Luxemburg), waarvan Natixis Environnement Infrastructures Luxembourg SA („NEIL”) beherend vennoot (en manager) is, die zelf deel uitmaakt van het concern Banques Populaires Caisses d’Epargne („BPCE”, Frankrijk), enerzijds, en GIMV NV („GIMV”, België), anderzijds, in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Veolia Transport Belgium NV („VTB”, België) door de verwerving van aandelen.
Am 22. Januar 2014 ist die Anmeldung eines Zusammenschlusses nach Artikel 4 der Verordnung (EG) Nr. 139/2004 des Rates (1) bei der Kommission eingegangen. Danach ist Folgendes beabsichtigt: Das Unternehmen European Transport Holding Sàrl („ETH“, Luxemburg), eine hundertprozentige Tochtergesellschaft von Cube Transport SCA („Cube“, Luxemburg), deren Komplementär (und Geschäftsführer) die dem Konzern Banques Populaires Caisses d’Epargne group („BPCE“, Frankreich) angehörende Natixis Environnement Infrastructures Luxembourg SA („NEIL“) ist, und das Unternehmen GIMV NV („GIMV“, Belgien) erwerben im Sinne des Artikels 3 Absatz 1 Buchstabe b der Fusionskontrollverordnung durch Erwerb von Anteilen die gemeinsame Kontrolle über das Unternehmen Veolia Transport Belgium NV („VTB“, Belgien).

Bij vonnis van 28 juni 2013 in zake de nv « Lepaco » en de nv « Coenen Holding » tegen de nv « Jadir », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 juli 2013, heeft de Rechtbank van Koophandel te Tongeren de volgende prejudiciële vragen gesteld :
In seinem Urteil vom 28. Juni 2013 in Sachen der « Lepaco » AG und der « Coenen Holding » AG gegen die « Jadir » AG, dessen Ausfertigung am 3. Juli 2013 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Handelsgericht Tongern folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt:

Het concentratievoornemen In hun oorspronkelijke aanmelding bij de Commissie maakten Shell Petroleum NV (holding van de Koninklijke Shell-Groep) en Montedison Nederland (dochteronderneming van de Ferruzi-groep waarvan de belangen op het gebied van polyolefinen eigendom zijn van Montecatini via Himont Inc) hun voornemen bekend om een gemeenschappelijke dochteronderneming, Sophia, op te richten (50 %/50 %).
Der Vorgang Die Shell Petroleum NV (Holding des Royal Dutch/ Shell-Konzerns) und die Montedison Nederland (Tochtergesellschaft des Ferruzzi-Konzerns, dessen Interessen im Polyolefinbereich über die Himont Inc durch Montecatini wahrgenommen werden) hatten der Kommission ihre Absicht gemeldet, die gemeinsame Tochtergesellschaft Sophia mit Anteilen von jeweils 50 % zu gründen.