De nationale rechter vraagt het Hof van Justitie of de Hongaarse wetgeving betreffende de bijzondere belasting verenigbaar is met de vrijheid van vestiging en het gelijkheidsbeginsel, aangezien deze wetgeving mogelijk discriminatoire gevolgen heeft voor belastingplichtigen die binnen een groep „verbonden” zijn met in een andere lidstaat gevestigde vennootschappen.
Das nationale Gericht fragt den Gerichtshof, ob die ungarische Sondersteuerregelung mit den Grundsätzen der Niederlassungsfreiheit und der Gleichbehandlung vereinbar sei, wenn sie potenziell diskriminierende Wirkung gegenüber Steuerpflichtigen entfalte, die innerhalb einer Gruppe mit Unternehmen „verbunden“ seien, die ihren Sitz in einem anderen Mitgliedstaat hätten.