Het Hof stelt in dat verband vast dat de door Hongarije aangevoerde doelstellingen, namelijk de noodzaak van een eenvormige pensioengrens voor de beroepen binnen de overheidssector en een meer evenwichtige leeftijdstructuur die de toegang van de jonge juristen tot de betrokken beroepen vergemakkelijkt, inderdaad onder de sociale politiek vallen.
Hierzu stellt der Gerichtshof fest, dass die von Ungarn angeführten Ziele – das Erfordernis der Vereinheitlichung des Rentenalters im öffentlichen Dienst und die Herstellung einer ausgewogeneren Altersstruktur, die den Zugang junger Juristen zu den betreffenden Berufen erleichtert – sozialpolitischer Art sind.