3. is van mening dat voor toekomstige maatregelen - zoals beperkende maatregelen ten aanzien van Zimbabwe en bepaalde specifieke beperkende maatreg
elen tegen bepaalde natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten en organen gezien de situ
atie in Somalië uit hoofde van artikel 215, lid 2, van het VWEU - de mogelijkheid van facultatieve raadpleging van het Parlement in
aanmerking genomen dient te worden (zie de “Plechtige verklaring inza
...[+++]ke de Europese Unie” die door de Europese Raad op 19 juni 1983 in Stuttgart is afgelegd en voorzag in een dergelijke facultatieve raadpleging van het Parlement in internationale aangelegenheden, ook in gevallen waarin de Verdragen hierover zwegen); er kan vanuit worden gegaan dat een dergelijke benadering strookt met de geest van het Verdrag van Lissabon en aansluit bij de eerdere rol van het Parlement (raadpleging) op dit gebied; 3. vertritt die Ansicht, dass in Bezug auf das künftige Vorgehen, etwa betreffend restriktive Maßnahmen gegenüber Simbabwe und bestimmte spezifische restriktive Maßnah
men gegen bestimmte natürliche und juristische Personen, Organisationen und Einrichtungen aufgrund der Lage in
Somalia, die gemäß Artikel 215 Absatz 2 AEUV ergriffen werden, die Möglichkeit einer fakultativen Konsultation des Parlaments erwogen werden sollte (im Sinne der „Feierlichen Deklaration zur Europäischen Union“, die der Europäische Rat am 19. Juni 1983 in Stuttg
...[+++]art abgegeben hat, wonach die Stellungnahme des Parlaments zu internationalen Angelegenheiten auch in Fällen eingeholt werden kann, in denen in den Verträgen keine Konsultation vorgesehen ist); ein solches Vorgehen wäre mit dem Geist des Vertrags von Lissabon und der bisherigen (beratenden) Funktion des Parlaments auf diesem Gebiet vereinbar;