10. stelt vast dat in alle ontwikkelde landen het aandeel van courante consumptiegoederen en goedko
pere en kwalitatief hoogstaande industriële producten in de gezinsconsumptie afneemt, met name ten gunste van uitgaven voor gezondheid, communicatie en vrije tijd, alsmede dat de dienstensector in het Europees BIP ten aanzien van werkgelegenheid een belangrijke plaats inneemt; is dan ook van oordeel dat de achteruitgang van de productiviteit in deze sector een belangrijke factor is voor de zwakke Europese groei; verlangt voor deze sector dan ook bevordering van investeringen en innovatie in informatie- en communicatietechnologieën die voo
...[+++]r verhoging van de productiviteit van essentieel belang zijn; beveelt aan deze sector meer open te stellen voor particulieren en de ondernemingsgeest hier aan te wakkeren; 10. beobachtet in allen entwickelten Ländern, dass beim Konsumverhalten der Haushalte der Anteil der gängigen Verbrauchsgüter un
d von verarbeiteten Produkten, auch von weniger teuren und qualitativ hochwertigen, zugunsten von Ausgaben insbesondere für Gesundheit, Kommunikation und Freizeit zurückgeht, und dass dem Dienstleistungsbereich im europäischen Bruttoinlandsprodukt und in Bezug auf Arbeitsplätze eine erhebliche Bedeutung zukommt; betrachtet daher den Rückgang der Produktivität in diesem Bereich als einen wichtigen Faktor für die Schwäche des europäischen Wachstums; ruft folglich dazu auf, in diesem Bereich Investitionen und Inn
...[+++]ovationen in Informations- und Kommunikationstechnologien, die für die Zunahme der Produktivität von grundlegender Bedeutung sind, zu begünstigen; empfiehlt eine weitere Öffnung dieses Sektors für den privaten Bereich und eine entsprechende Förderung des Unternehmensgeistes;