Daarom is besloten het maximum van het totale aandeel van de bevolking op 42 % van de bevolking van de huidige 25 lidstaten van de Gemeenschap vast te stellen, hetgeen vergelijkbaar is met het maximum dat werd vastgesteld op basis van een Gemeenschap met 15 lidstaten in 1998.
Es wurde entschieden, dass die Fördergebiete deswegen höchstens 42 % der Gesamtbevölkerung der Gemeinschaft in ihrem gegenwärtigen Umfang von 25 Mitgliedstaaten umfassen sollen, was in etwa der Obergrenze entspricht, die 1998 für die damals 15 Mitgliedstaaten der Gemeinschaft festgelegt wurde.